Het leven en werk van Paul Klee als symbool voor de geschiedenis van de eerste helft van de vorige eeuw.
Klee (geboren op 18 december 1879 in het Zwitserse Münchenbuchsee) wordt gezien als een van de groten van de 20e-eeuwse schilderkunst en toch zullen op kenners en liefhebbers na, weinigen een schilderij van zijn hand voor de geest kunnen halen. Bij Klees tijdgenoot en vriend Wassily Kandinsky denk je aan zijn abstracte Composities, bij Franz Marc aan afbeeldingen van dieren, bij August Macke aan prachtige kleuren. En bij Klee?
Het is moeilijk zijn werken onder een noemer samen te brengen. Een expressionist, beïnvloed door kubisme, surrealisme, oriëntalisme en al die andere stromingen die zo welig tierden in het Europese interbellum, is het niet gemakkelijk een lijn te brengen in het werk van de Duits-Zwitserse kunstenaar, misschien ook omdat hij de gehele eerste vier decennia van de 20e eeuw lid was de avant-garde van de Duitse kunst.
Overal duikt zijn naam op: als lid van Der Blaue Reiter (met Kandinsky, Marc en Macke), als een van Die Blaue Vier (met - opnieuw Kandinsky, Von Jawlensky en Feininger) en als leraar aan het Bauhaus (van 1921 tot 1931). Geen wonder dat Klee de aandacht trekt van de nazis: in 1937 worden 17 van zijn werken opgenomen in hun tentoonstelling over Entartete Kunst, waar met alles wat modern, internationalistisch en laten we eerlijk zijn mooi of interessant was, werd afgerekend.
En daarmee komen we op een andere rode draad die door het leven van Klee loopt: de politieke tragedie van Duitsland in de eerste helft van de vorige eeuw. Zelf ontsnapt de schilder aan de ergste gruwelen van de Eerste Wereldoorlog door achter het front onderhoud aan vliegtuigen te verrichten, maar de dood van zijn vrienden Agust Macke (met wie hij een paar maanden eerder nog een reis naar Noord-Afrika had gemaakt) in 1914 en vooral Franz Marc in 1916 raken hem zeer. Na de oorlog sluit Klee zich aan bij communisten die in Beieren een Sovjetrepubliek uitroepen, maar de opstand wordt hardhandig neergeslagen. Als hij met zijn kunst al niet de aandacht van conservatief en extreemrechts Duitsland op zich had gevestigd, dan toch wel met zijn politieke denkbeelden.
De jaren 20 zijn Klees rustigste decennium. Hij schildert, geeft les aan het Bauhaus en is familievader. In 1930 is hij de eerste levende Europese kunstenaar met een eigen tentoonstelling in New Yorks Museum of Modern Art. Als de nazis aan invloed winnen, nemen Klees productiviteit en de kwaliteit van zijn werk toe, alsof hij weet dat het nu of nooit is en hij het politieke tij in Duitsland probeert te keren met een artistiek tegenoffensief. Hij schildert zijn bekendste en beste werk in de roerige jaren 30:
Ad Parnassum (1932), Feuer bij Vollmond (1933, hierboven afgebeeld),
Blaue Nacht (1937).
Als na Hitlers machtsovername in 1933 het huis van de familie Klee door de Gestapo wordt doorzocht en hij onder druk van de nazis wordt ontslagen door de Kunstacademie van Düsseldorf, vlucht Klee met zijn familie op Kerstavond 1933 naar Zwitserland. Zijn gezondheid holt achteruit, Klee lijdt aan Sclerodermie, een ernstige auto-immuunziekte. Op 29 juni 1940, twee weken na de val van Parijs, het donkerste moment in de moderne Europese geschiedenis, sterft Paul Klee. Zijn grafschrift is al even mysterieus en ongrijpbaar als zijn werk:
Ik kan niet begrepen worden in het hier en nu. Want mijn verblijfplaats is net zozeer onder de doden als zij die nog niet zijn geboren. Iets dichter bij het hart van de schepping dan gewoonlijk. Maar nog lang niet dicht genoeg.
De
EY Exhibition: Paul Klee is nog tot 9 maart
te bezoeken in het Tate Modern in London.