Ruud Lubbers is Nederlands langstzittende premier geweest. Twaalf jaar lang heeft hij Nederland bestuurd en heeft hij 'meegedacht' op zijn departementen. Weinig mensen zouden Nederland beter kunnen kennen dan deze man en zijn autoriteit zou enorm kunnen zijn. Niets is echter minder waar: Ruud Lubbers wordt enkel nog vereerd door de Dolf Jansens van deze wereld. Verstandige mensen hebben allang met hem afgerekend. Dat kan Lubbers niet verkroppen. Daarom steekt hij Balkenende nog even een mes in zijn rug.
Wat een staatsman is die Lubbers ook: immer denkend aan het landsbelang. Balkenende heeft dat niet gedaan, mogen we uit zijn woorden opmaken.
Balkenende heeft op dit vlak (integratie, red. DDS) niet echt iets goeds kunnen doen. Hij scoorde met zijn fatsoen moet je doen. Maar dat heeft hij niet uitgewerkt in een handleiding, in een agenda. Hoe ga je om met andersdenkenden, met anders uitziende mensen. Door het ontbreken van zon agenda werden de problemen groter, zoals in wijken waar rellen en toestanden waren.
Wij op DDS zullen de eersten zijn die toegeven dat Balkenende zijn fatsoensprogramma minder academisch had moeten laten. 'Fatsoen moet je doen' bleef vrijblijvend getheoretiseer, de praktijk bleef achter. Balkenende had moeten zeggen, 'dit en dat doen we dus niet in dit land'. Tot zover heeft Lubbers gelijk.
Jammer alleen dat die mastodont van de oude politiek vervolgens wat bazelt over andersdenkenden en die uitspraken voorziet van een relativistisch het-is-onze-schuld-dat-sausje. Wat Lubbers niet wil begrijpen, is dat werkelijk fatsoen uitgaat van een aantal waarden dat wellicht zelfs universeel is. De frictie ontstaat wanneer mensen die breedgedragen waarden niet onderschrijven en ze openlijk aanvallen. Dat is niet alleen een kwaal onder orthodoxe moslims, maar vooral van de linkse politiek die dat relativisme faciliteert en consolideert. Ruud Lubbers wil een Nederland waarin we fatsoen verwarren met tandeloosheid. Fatsoen is niet buigen voor het onfatsoenlijke, dat is lafheid.
Met lafheid, Lubbers' notie van fatsoen, hadden we rellen en de ontsporing van allochtone jongeren kunnen voorkomen. We hoeven er alleen maar onszelf en onze opvattingen over goed en kwaad voor te verloochenen. Ruud Lubbers, Minister van Staat en progressief geweten.