In totaal dus he, over de hele periode van 2002 tot nu.
In een bijzonder interessante column legt Jaap van Duijn van De Telegraaf heel duidelijk uit waarom Italiaanse kiezers massaal op eurokritische partijen gestemd hebben. Kort gezegd heeft de euro Zuid-Europa gewoon totaal kapot gemaakt.
Sinds 2002, toen de euro als munt werd ingevoerd, is de Italiaanse economie met 1% gegroeid. Niet per jaar, maar over de hele periode tussen toen en nu. De Nederlandse economie groeide in diezelfde tijd met 23%.
De economische groei in óns land had veel groter kunnen zijn, maar als je naar Italië kijkt is Nederland een waar economisch paradijs. En dit terwijl Italië Nederland min of meer had ingehaald in 1990, toen de welvaart in ons land vrijwel gelijk was aan die in Italië, aldus Van Duijn. Dat kwam voor een groot deel doordat de Italiaanse lire tussen 1960 en 1995 maar liefst 84% van zijn waarde verloor. Devaluatie werd gebruikt om de economie een boost te geven. Dat werkte. Maar:
Met de invoering van de euro was dit spel afgelopen. Het relatieve verval van Italië begint al in de aanloop naar de euro, na het Verdrag van Maastricht van 1992. Met een vastgepinde munt raakt Italië steeds verder achter.
Dit is precies waarom Italianen de Vijfsterrenbeweging en Lega Nord verkiezingsoverwinningen bezorgd hebben, en blij zijn dat die partijen nu samen een coalitie vormen. Zij hebben er, terecht, genoeg van dat ze steeds weer het Europese kind van de rekening zijn. En dus willen ze dat de nieuwe regering in actie komt om de eigen nationale belangen te beschermen. Dat mag wel eens, na al die jaren waarin Italië en andere Zuid-Europese landen letterlijk de vernieling in werden geholpen om Noord-Europa nóg rijker en welvarender te maken.