De twintigste eeuw was een democratische eeuw. Dat wil niet zeggen dat elk bewind democratisch was, maar elk bewind noemde zich wel zo. In Damascus ontvingen vader Hafez al-Assad en zoon Bashar al-Assad hun hoge buitenlandse gasten in het Paleis van het Volk, hoewel wij de Syrische Ba'ath-partij dictatoriaal zouden noemen. En je hebt de communistische Volksrepublieken, zoals in Noord-Korea en China. Kijk naar het bovenstaande plaatje, waar premier Rutte door zijn Chinese amtsgenoot Li Keqiang wordt ontvangen in de Grote Hal van het Volk. Voor ons bewijzen zulke plaatjes dat Volksrepublieken juist niet democratisch zijn. In zo'n kolossale hal verdwijnt het individu. Communistische dictaturen plegen het woord 'volksdemocratie' voor propaganda-doeleinden te gebruiken, en ze worden gekenmerkt door persoonsverheerlijking. Verheerlijking van de Grote Leider is iets voor losers. Noord-Korea is daar nog steeds een perfect voorbeeld van, met kleinzoon
Kim Jong-un als opvolger van zijn vader
Kim Jong-il en de immer stralende grootvader
Kim-Il sung. Als een klassieke Volksrepubliek schermt het land zich van de buitenwereld af, al zijn er kiertjes zichtbaar (waarbij tegenwoordig
baby-kim door hem bewonderde Amerikaanse basketballers in Pjongjang ontvangt). Dictators gaan graag met sporthelden op de foto. Het laat zien dat zij 'van het volk' zijn en met een populaire smaak zijn uitgerust (het 'gewone volk' is op zijn beurt dol op dure sportwagens en Rolex-horloges, logo's van patjepeeërs en nieuwe rijken). In China, niet langer een land van losers, zien we de persoonsverheerlijking uit de tijd van Mao Zedong niet meer. De Chinese premier is niet eens de 'echte leider', maar een gezichtloze bureaucraat van het hedendaagse managertype. Zulke leiders hebben wij in het Westen ook.
David Cameron,
Mark Rutte en al die andere moderniseerders lijken uiterlijk allemaal op elkaar en moeten een modern soort dynamiek uitstralen, vol met peptalk en schouderklopjes. Het eindpunt van deze klonenlijn zien we in Japan. Daar lijken alle premiers inwisselbaar en zou je ook robotten kunnen inzetten met het keuzemenu
Abenomics, Acenomics of HDADeonomics. Lijkt me soms geen slecht plan: volautomatische politici, dan hebben we van al die politieke grillen geen last meer
.Dat we het zonder politici zouden kunnen doen, is een populistische gedachte. Vandaar de roep om referenda en directe democratie, waarbij het volk het beter denkt te weten en op de stoel van de gekozen politici gaat zitten. Een griezelig idee, zeker voor mensen met een dwars karakter die altijd door 'meerderheden' worden overstemd. Wat de populariteit voor het referendumidee overigens niet vermindert. Het volk eist in naam van de democratie conformering aan het volk. De hoop is dat politici daardoor beter naar het volk gaan luisteren en doen wat het volk wil. De vraag waarom die elites zich zo weinig aan het eigen volk gelegen laten liggen wordt nooit gesteld. Terwijl het toch makkelijker is om op commando te doen wat het eigen volk wil dan om kiezersopstanden te riskeren door tegen de volkswil in te gaan. Toch doen veel moderne politieke leiders dat. Als ze eenmaal aan de macht zijn, raken ze binnen de kortste keren hun populariteit in eigen land kwijt doordat ze beleid (moeten) gaan uitvoeren dat in strijd is met hun verkiezingsbeloften. Dat is al zo normaal geworden, dat we niet meer opkijken als de gekozen president van een groot en soeverein land (zoals
François Hollande) zijn koers op bijstellen. Hier op de
Dagelijkse Standaard vonden de meesten dat niet erg, want Hollande is de president van Frankrijk en ook nog socialist.
Misschien zitten we nu in een nieuwe fase van de democratische massapolitiek. Democratische politici hebben het volk nog wel nodig om aan de macht te komen en zich te laten legitimeren, maar daarna gaat het beter zonder volk. In Italië is dat met het aantreden van de nieuwe premier
Matteo Renzi inmiddels een beproefd recept (niet te verwarren met de
The Matheo Solution die op de
Dagelijkse Standaard vaak van harte wordt aanbevolen). Democratisch gekozen leiders hebben in alle hoogindustriële landen te maken met de eisen van de economie, en die wordt door de onzichtbare hand van de wereldmarkt bepaald. Waarvan inmiddels ook de hoogontwikkelde Aziatische volksmassa's volwaardig deel uitmaken. Die concurreren de westerse volksmassa's (die niet zo massaal meer zijn) van de markt en nemen hun werk over. En anders doen computers en robots dat wel. Die zijn minder lastig en duur, wat wel zo prettig is voor de kritische consument, die het niet kan schelen waar producten zijn gemaakt, als ze maar op tijd en naar wens geleverd worden. Wat door de technische wreldwijde vooruitgang steeds minder een probleem is. Wie dat niet bevalt, of niet aan de hoge markteisen kan voldoen, zoekt het verder zelf maar uit. Of zoekt weer steun bij zijn arme familie op het platteland.
Als economieën in toenemende mate alleen nog markten (consumenten) nodig hebben die ze over de hele wereld kunnen vinden, zijn ze minder afhankelijk van de nukken van het eigen volk. Dat kan dan veel makkelijker worden afgeschreven, met instemming van de high achievers (vaak nationale 'iconen' en 'BV'ers' - Bekende Vaderlanders - waar het eigen volk zich makkelijk mee kan identificeren) die nog wel in deze concurrentieslag kunnen meekomen en op hun wenken worden bediend. In de twintigste eeuw draaide alles om het mobiliseren van hele samenlevingen die het tegen andere samenlevingsmodellen moesten opnemen. Daaraan moest iedereen zijn bijdrage leveren. Mannen met spierkracht als soldaat en arbeider, mannen met breinkracht als onderwijzers, wetenschappers en 'informatiewerkers', en vrouwen als broedmachines en zachte zorgkrachten. Dat hoeft allemaal niet meer. Voor al die zaken kun je beter op de wereldmarkt terecht, of bij machines die efficiënter produceren. Dat houdt in dat de elites ook zonder het volk kunnen, zeker als dat volk ook nog eens praatjes krijgt.
Dat betekent dat referenda of volksraadplegingen (let op dat woord: raadplegingen) een proces kunnen versnellen om de uitspraken van het volk naast zich neer te leggen als de uitslag niet bevalt. Zulke volken prijzen zich uit de markt en missen de afslag naar de toekomst. We hebben dat gezien bij het Franse en Nederlandse 'nee' tegen de Europese Grondwet. Voor het volk iets om rekening mee te houden. Je kunt dus beter 'ja' zeggen tegen de elites, want anders heb je helemaal geen aanspreekbare elites meer. De elites (niet onjuist ook wel 'boven ons gestelden' genoemd) verkeren allang in bovennationale sferen, en als ze daarbij geen steun krijgen van het eigen volk, gaan die elites gewoon hun eigen weg. Net als het morrende volk, dat zichzelf dan wel buitenspel plaatst, steeds ongeduriger wordt en in een machteloos isolement belandt. Pruttelend in het eigen sop en genegeerd door de elites die elders op de wereldmarkt een beter volk van produktiemedewerkers prefereren dat meer tegemoet komt aan de eigen smaak en die van kapitaalkrachtige wereldbewoners.
U als burger weet dus wat u te doen staat: kiezen of delen.