Vanmiddag mocht onze minister van Financiën en eurogroep voorzitter Jeroen Dijsselbloem een uur lang in Buitenhof praten over zijn werkzaamheden in Brussel en Den Haag, over zijn partij en de toekomst van Europa.
Hij werd geïnterviewd door Marcia Luyten. Ik heb
de uitzending later teruggezien om er een stukje over te schrijven, want een uur lang Dijsselbloem, dat leek me wat veel van het goede. Laat ik maar beginnen met een compliment. Dijsselbloem deed het prima: rustig, weloverwogen en in duidelijke bewoordingen. Dat ging ook makkelijk, want hem werden niet al te prangende vragen gesteld. Zoals een twitteraar het verwoordde: "
Zet een fles wijn en wat kaas op tafel en noem het een date in plaats van een interview." Zo ongeveer.
Na een korte prelude over de jongste vaderlandse accoorden ('coalitie wilde geen verkiezingen dus moesten we eruit komen') ging het natuurlijk al gauw over de eurocrisis en de bankenunie. Volgens Dijsselbloem was de door hem ingezette bail in methode (spaarders, beleggers en aandeelhouders draaien mede op voor ernstige kapitaaltekorten bij een bank, red.) dringend noodzakelijk, omdat het de risicobewustwording bij financiële marktpartijen had teruggebracht. Eigenlijk had dat volgens Dijsselbloem ook bij de redding van Ierland en Griekenland moeten gebeuren. Hij heeft natuurlijk makkelijk praten, want hij weet ook wel, dat als dat toen was gebeurd, het vertrouwen van de markten in de euro totaal verdwenen zou zijn en de munt het niet gered had. Nu koestert men nog altijd hoop de eenheidsmunt te kunnen houden en hebben de banken vijf jaar de tijd gehad om hun exposure op die zwakke eurolanden af te bouwen. Dat de risico factuur bij de belastingbetaler op de mat is geploft, dat is dan jammer. Maar voortaan zal alles anders gaan...
Dijsselbloem toonde zich uitgesproken optimistisch over de in gang gezette processen omtrent de bankenunie en de risico beheersing van eventuele kapitaaltekorten. Interviewster Luyten haalde de bekende econoom Willem Buiter aan volgens wie het huidige totale tekort van de Europese bankensector tussen de 1000 en 3000 miljard euro zou bedragen. Hierover was Dijsselbloem zeer gedecideerd: die rekening zal voor het allergrootste deel door de financiële markten zelf gedragen moeten worden: spaarders, beleggers en aandeelhouders betalen die rekening en als dat niet genoeg is, in tweede instantie de nationale overheid waar de betreffende bank gevestigd is. Pas in allerlaatste instantie zou er Europees belastinggeld aan te pas komen. Bovendien verwachtte Dijsselbloem dat deze keer de stresstesten waaraan de bankactiva onderworpen zullen worden wèl naar behoren uitgevoerd zullen worden. Hij wees erop dat de ECB het zich eenvoudigweg niet kan veroorloven om daarmee nu foute beoordelingen te maken. Die zogeheten 'asset quality reviews' vinden in de eerste acht maanden van komend jaar plaats. Bovendien zei hij dat al veel banken bezig zijn om hun balansen te versterken. Hetzij door aandelenemissies, hetzij door herstructureringen, bijvoorbeeld door afstoting bepaalde onderdelen.
Hier kwam Dijsselbloem toch wel tamelijk makkelijk weg. Eerder schreef ik al
op deze plaats dat er toch de nodige kanttekeningen kunnen worden geplaatst bij die bankenunie. Geen vraag over de vastgoedwaardering van de Spaanse bankensector, geen vraag over de ricico's van kapitaalvlucht, aangezien het strenge bail in régime van het Resolutiemechanisme pas in 2016 ingaat. Wie laat er nu als
high net worth individual, laat staan als professionele belegger zijn kwartjes staan bij een bank die mogelijk niet door de stresstest komt? Pikant detail was trouwens wel, dat Dijsselbloem zei dat er zeker enkele banken van die eerste 130 te testen banken zullen omvallen om de test geloofwaardig te doen zijn. Dat staat genoteerd.
Ook geen enkele vraag waar Dijsselbloem het geld vandaan denkt te halen voor de derde pijler van zijn bankenunie, het Europese depositogarantiestelsel. Elke spaarder tot een ton wordt gevrijwaard. Waar haalt de Dijs het geld vandaan dat daarvoor nodig is? Het werd hem wel erg makkelijk gemaakt allemaal.
Vervolgens ging het nog even over de Partij van de Arbeid en de rol die hij daarin vervuld had. Hij noemde zichzelf geen geschikte kandidaat om de partij te leiden, want daarvoor miste hij de ideologische bevlogenheid die zo kenmerkend is voor Diederik Samsom. Hij karakteriseerde zichzelf als een onderkoelde pragmaticus, en dat soort types zet je op Financiën.
Hierna ging het al weer snel over de toekomst van Europa. Hierin betoonde Dijsselbloem zich een volgeling van de politiek van Merkel: geen grote stappen voorwaarts, maar wel goede financieel-economische samenwerking en vooral hervormen. Niet alleen in Zuid-Europa, maar ook in ons land. Die hervormingen betreffen dan de arbeidsmarkt, onderwijs en innovatie, de hele bekende riedel kwam weer voorbij zonder overigens concreet te worden. Evenmin een vraag hoe het kan dat Griekenland na 5 jaar crisismanagement nog altijd honderden beschermde sectoren heeft en dus niet hervormt; geen vraag over de Franse onwil tot hervormen; geen vraag of wellicht monetaire devaluatie van zwakke eurolanden een betere en vooral duurzamere oplossing zou kunnen zijn om de problemen van de sterk divergente eurozone economieën en de lage economische groei aan te pakken. Niets van dat alles. Ook hier werd de minister het niet lastig gemaakt.
Volgens Dijsselbloem zijn er geen 'snelle' oplossingen en is interne devaluatie, bezuinigen en hervormen de weg die de eurogroep zal blijven volgen. Gewoon Duits beleid dus. Niets nieuws onder de zon. Maar als je zo braaf wordt ondervraagd, dan is ook niets anders te verwachten.
Klik hier voor een overzicht van mijn columns en volg mij hier op Twitter.