Hoe zullen Brusselse machthebbers omgaan met centrifugale krachten in de Europese Unie?
Het Verdrag van Maastricht van 1992 markeert een omslagpunt in de Europese integratie. Voordien ging het vooral om de totstandkoming van de interne markt, die aanzienlijke economische voordelen bracht, zelfs al ging dat gepaard met de nodige kostbare onzin zoals het landbouwbeleid en de structuurfondsen. Nadien ging het echter mis: het verbod op paspoortcontroles in het kader van 'Schengen', de invoering van de one-size-fits-none euro, en de uitbreiding met incompatibele landen in Oost-Europa, om maar een paar hete hangijzers te noemen.
De interne markt staat nauwelijks ter discussie, maar al die rampzalige initiatieven sinds het verdrag van Maastricht des te meer. Het ontketenen van centrifugale krachten kon dan ook niet uitblijven. De recente rel rond het referendum in Zwitserland - geen lid maar wel nauw verbonden - laat zien dat de Brusselse bobo's hier niet goed raad mee weten. Men reageerde als door een adder gebeten en dreigde met represailles.
Die represailles kwamen ook aan de orde tijdens het recente optreden van Derk Jan Eppink in het tv-programma Business Class (video, vanaf minuut 58). De sympathieke Nederbelg, onder andere bekend van Europese mandarijnen, het boek over zijn ervaringen met de Brusselse bureaucratie, zit momenteel in het Europese Parlement (EP) voor de Belgische Lijst Dedecker. Eppink - gematigd criticus van de EU - is sinds kort het tactische antwoord van de VVD op de dreigende slachting bij de komende verkiezingen voor het EP. Hij fungeert als lijstduwer voor laatstgenoemde partij, maar maakt er geen geheim van dat hij hoopt met voorkeurstemmen - vooral van Nederlandse expats - alsnog verkozen te worden.
Volgens Eppink zullen landen die een losser verband met de EU willen, vooral gericht op vrijhandel, van de koude kermis thuiskomen. Zij zullen de harde hand van Brussel voelen. Als je uit de EU wil, maar wel in de interne markt wil blijven moet je, aldus Eppink:
opnieuw gaan onderhandelen met Brussel over wat je dan wel mag exporteren, [en] dan zijn ze niet vriendelijk voor jou en zullen ze proberen jouw kip die de gouden eieren legt te slachten.
Kennelijk heeft de kersverse lijstduwer geen moeite met dit soort chantagepraktijken van de EU. Een soortgelijke visie is terug te vinden in een column van Rob de Wijk onlangs in Trouw, onder de beeldende titel:
'[De] EU is geen cafetaria waar je naar believen uit kunt snacken'
'Europa à la carte' heette dat vroeger.
Natuurlijk is het heel wel mogelijk dat een land zich losmaakt van de EU en vervolgens een associatieverdrag uitonderhandelt met vrijhandel als kern, dit tot wederzijds economisch voordeel. Maar de EU draait allang niet meer om economie. Politieke idealen ('Europa zonder grenzen', 'ever closer union') voeren de boventoon. En het vasthouden aan die idealen krijgt steeds meer irrationele, zo niet religieuze trekken. In de omgang met afvalligheid betekent dat: intimidatie, bedreiging, bestraffing.
Mijn eerdere bijdragen aan deze site staan hier.