Gevierd zakenman bleek eigenaar van firma List & Bedrog.
Na de val van zijn zakelijk imperium huilde Dirk Scheringa krokodillentranen over het hem aangedane onrecht: We zijn door boekhoudkundige trucjes kapot gemaakt. Het is krankzinnig, heel wrang, heel zuur dat dit heeft kunnen gebeuren.
Boekhoudkundige trucjes? Ja, van Scheringa zelf ja. Het hele verdienmodel van de Dirk Scheringa Bank was in feite één grote truc. Een normale bank werkt volgens een methode die bankiers van een oudere generatie wel het 3-6-3 model noemden: je betaalt 3 procent rente voor geld dat mensen op hun rekening zetten, leent datzelfde geld vervolgens voor 6 procent uit aan andere klanten, en vertrekt om 3 uur naar de golfbaan. Het is een simpele formule, maar in feite bankieren we al zo sinds de Middeleeuwen. Niet Dirk Scheringa overigens. Die had iets veel slimmers bedacht: spotgoedkope leningen aanbieden en toch geld verdienen! Hoe kon dat? Heel simpel: klanten die bij hem zon spotgoedkope lening kwamen afsluiten, bijvoorbeeld voor de aankoop van een huis, werd ook verzekeringspolissen van Dirk Scheringa Schade en Dirk Scheringa Leven aangesmeerd. Wat de klant niet wist, was dat voor die polissen een enorme provisie werd gerekend, tot wel 50 procent van de waarde van de polis. Die provisies vormden de belangrijkste inkomstenstroom voor de bank. In tien jaar tijd leverde dit boekhoudkundige trucje de bank 422 miljoen op.
Er was maar één probleempje mee: dit soort koppelverkopen zijn wettelijk niet toegestaan. In de zomer van 2009 bepaalde de Autoriteit Financiële Markten dan ook dat de bank niet langer klanten mocht dwingen om naast een DSB-hypotheek ook een DSB-verzekeringspolis af te sluiten. Verder bepaalde de AFM dat de bank haar klanten voor het afsluiten van zon polis beter moest informeren over eventuele verborgen kosten. Toen het verdienmodel van de Dirk Scheringa Bank op deze manier aan duigen viel, was een faillissement onvermijdelijk. Nog geen zes maanden na het bekend worden van het AFM-besluit trok de rechter de stekker uit de op sterven na dode bank.
Scheringa vond het krankzinnig dat het Ministerie van Financiën niet bereid was 100 miljoen beschikbaar te stellen om zijn bank te redden. Achteraf bezien is het maar goed ook dat dit niet is gebeurd. Een jaar na het faillissement kwam namelijk aan het licht dat de Dirk Scheringa Bank ook op een andere manier de boel had belazerd. Normaal gesproken moet een bank op zijn begroting een bepaald bedrag reserveren voor niet-afbetaalde leningen en hypotheken. Zo voorkom je dat in tijden van financiele tegenslag als het aantal wanbetalingen toeneemt en er dus minder geld binnenkomt de bank opeens met een groot tekort te kampen krijgt. Bij de Dirk Scheringa Bank hadden ze echter weer een boekhoudkundig trucje bedacht. Ze haalden hypotheken en leningen met betalingsachterstanden gewoon uit de boeken. Investeerders werd zo voorgespiegeld dat de bank financieel veel gezonder was dan in werkelijkheid het geval was. En het geld dat men eigenlijk voor moeilijker tijden had moeten reserveren, werd vervolgens gewoon uitgegeven. Aan een voetbalclub bijvoorbeeld, en een schaatsploeg, een museum vol kunst, een landgoed, een privévliegtuig en nog zo wat leuke dingen. In totaal bleek Dirk Scheringa maar liefst 128 miljoen aan leningen aan zijn bank en verzerkingensmaatschappijen te hebben onttrokken.
De val van het DSB-imperium was een zakelijk en menselijk drama: 1300 mensen raakten hun baan kwijt, andere banken verloren honderden miljoenen aan belegd kapitaal. Sommige benadeelde klanten pleegden zelfs zelfmoord. Vandaag heeft de curator dus vastgesteld dat het hele faillissement maar aan een man toe te schrijven valt: Dirk Scheringa zelf. Dat lijkt mij de enige juiste conclusie. Het valt te hopen dat Scheringa zich binnenkort voor zijn boekhoudkundige trucjes ook zal moeten verantwoorden voor de rechter.