Concurrentie in de zorg werkt: prijzen dalen

Verzekeraars kopen zorg steeds goedkoper in, waardoor de premies omlaag kunnen.

Vorige maand kondigde de kleine zorgverzekeraar DWS aan de premies volgend jaar te zullen verlagen. Het bedrijf erkende dat de verhoging van het eigen risico een rol speelde, maar daarnaast is sprake van een afvlakking van de kostenstijgingen in de zorg. Verwacht wordt dat andere verzekeraars het voorbeeld zullen volgen. Als ze de premies toch moeten verhogen, zal de verhoging waarschijnlijk minimaal zijn.

Dit weekeinde kon de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dan ook laten weten dat het liberale zorgstelsel werkt. Doordat de verzekeringsmaatschappijen meer financieel risico lopen -- klanten kunnen immers ieder jaar van verzekeraar wisselen -- kopen ze zorg tegen lagere kosten in. Ze maken afspraken met zorgaanbieders die noodgedwongen op hun kosten besparen of zich specialiseren. Als een heupoperatie in het ene ziekenhuis goedkoper wordt uitgevoerd, waarom zou de verzekeraar, en dus de verzekerde, dan extra moeten betalen voor dezelfde operatie in een ander ziekenhuis? Ziekenhuizen die weinig heupoperaties uitvoeren, zijn waarschijnlijk duurder -- en waarschijnlijk minder goed in het uitvoeren van die operaties. De patiënt? heeft of het nu gaat om prijs of kwaliteit dus baat bij een zorgverzekeraar die streng is.

De consument beseft dat in toenemende mate. Steeds meer Nederlanders stappen jaarlijks over naar een andere zorgverzekeraar. Ook kiezen steeds meer Nederlanders voor een verhoogd eigen risico. Een verzekering is er immers om onverhoopt hoge kosten te dekken, niet om elk bezoek aan de huisarts en elke pil te betalen.

De conclusies van de NZa maken ons er nog eens op attent waarom de inkomensafhankelijke zorgpremie die PvdA en VVD wilden invoeren zo'n slecht plan was. Als de hoogte van de premie immers wordt bepaald door het inkomen van de klant, in plaats van de waarde van de zorgverzekering -- en die waarde wordt bepaald door wat de klant bereid is ervoor te betalen -- heeft er geen concurrentie plaats. Dan zouden we de private zorgverzekeraars weer kunnen opdoeken, want worden ze in feite allemaal ziekenfonds.

De zorgautoriteit wijst er nog op dat prijsdalingen vooral zijn te zien in de zorg waar vrije tarieven gelden. Dan gaat het om bijvoorbeeld dieetadvies en fysiotherapie. In de zorg waar de overheid de prijzen bepaalt, heeft weinig verschuiving plaats. Des te meer reden om de tarieven in de mondzorg alsnog vrij te geven.