1. Home
  2. Column Paul Cliteur: Gaat het Westen de tribalisering overleven?
PaulCliteur

Column Paul Cliteur: Gaat het Westen de tribalisering overleven?

Geen categorie26 jul 2021, 13:00
Als vandaag, op het strand in Kreta, de nieuwe Ludlum toch een beetje tegenvalt,
Als u intellectueel toch iets meer geprikkeld had willen worden,
Als, nu ver van huis, de behoefte opkomt te reflecteren over dat gekke thuisland,
Als u toch eigenlijk niet begrijpt wat de afgelopen jaren “in de politiek” is gebeurd,
Dan was het boek Tegen de tribalisering (red. Ton Nijhof) misschien toch een betere suggestie geweest als vakantieliteratuur.
(Maar geen nood, bol.com bezorgt misschien ook wel op Kreta)
Het gaat over de opkomst van de “stammencultuur”, de “tribalisering”, van Nederland. Maar misschien ook wel van andere landen. Het uiteenvallen van het “vivre ensemble”, van de wil om samen, als land, iets met elkaar te willen, en te doen. Om de versplintering van het midden in uitersten van “links” en “rechts” die elkaar niet meer lijken te kunnen bereiken met argumenten, en uit zijn op de totale vernietiging van de ander. (Niet in de laatste plaats door de ander te negeren en elk gesprek met elkaar uit de weg te gaan.)
Nu had Dr. Sid met Links en rechts in dialoog (ja, was ook mooi geweest op het strand) al geprobeerd het gestrande gesprek op gang te brengen, maar Tegen de tribalisering legt uit waarom is gebeurd wat gebeurd is.
De eerste contribuant aan de bundel, Prof. David Engels, schrikt niet terug voor flinke cultuurfilosofische generalisaties over de toekomst van de Westerse cultuur. Zijn thema is de tribalisatie van Europa door de komst van de Islam. Ja, dat weet ik al, denk u. Nee, dat weet u niet. Engels benadert het onderwerp op een volstrekt eigen manier. Hij deed mij in zijn aanvaarding (althans, ten dele) van de ontwikkelingen een beetje denken aan de Houellebecq van Soumission, maar dan zonder de ironie van de Franse romanschrijver. Engels hoopt en bepleit een nieuwe oriëntatie op het Christendom als basis van de Europese cultuur, maar zijn benadering is hoogst origineel (“Oost-Europees” kan men misschien zeggen: tegenover het nihilisme van de westerse kosmopolitische elite).
Zijn definitie van de islamitische cultuur is verrassend: “We kunnen zeggen dat het centrale element van de islamitische cultuur ligt in de absolutie, onvoorwaardelijk en totale onderwerping van de mens aan een soort van vaderlijke woede” (p. 22). Religie, zegt Engels, is hier “een daad van regelmatig herhaalde onderwerping” (p. 22). De vorm is niet de natie of de stad, maar het “zelfgekozen getto”. Dat heeft vergaande consequenties voor wat we tot voor kort “integratie” plachten te noemen. De kansen daarop zijn gering. “Dit stelt de leden van de islamitische cultuur in staat om hun manier van leven te behouden, zelfs in een volstrekt vreemde omgeving” (p. 23). Assimilatiekans nul (dit zijn mijn woorden; PC).
In Frankrijk probeert men nu door een revitalisering van de lekenstaat (“laïcité”) een dam op te werpen tegenover de politieke islam, maar Engels gelooft niet dat die acties kans op succes hebben. Veel meer heil ziet Engels in de benadering van Oost-Europa (hij noemt Polen, maar ik neem aan dat hij ook Hongarije zal steunen) waar men bezwaar aantekent tegen de “kunstmatige verdeling” van hun bevolking. Ernstige conflicten met Brussel, Berlijn of Parijs zijn aanstaande, maar dan kan men beter Oost-Europa steunen.
Triomfalistisch is Engels zeker niet. “Het lijdt geen twijfel dat het Europa van de toekomst steeds meer islamitisch zal worden” (p. 33). Maar, zegt Engels, dat is het perspectief op de “korte termijn”. Zijn bijdrage eindigt met een hele voorzichtige hoop. Nauwelijks hoopvol zelfs, kan men misschien zeggen. “Of het Westen – inmiddels gekenmerkt door de twijfel, de vermoeidheid en de zelfhaat van een ouder wordende cultuur – op termijn kan overleven of dat het uiteindelijk wordt beperkt tot een kleine elite zoals de laat-Romeinse senatoriale adel, die te midden van een vervreemde samenleving slechts de overblijfselen van een ooit grootse cultuur bewaart, staat nog te bezien” (p. 35).
Wie nu naar adem ligt te happen krijgt gelukkig weer wat hoop na het lezen van de bijdrage van Bart Reijmerink, het prachtig opstel van Dr. Sid, Dr. Van der Blom’s analyse van de recente geschiedenis van Nederland en de uiterst verhelderende vergelijking van Nederland met Denemarken door Lex Cornelissen. Maar dat is voor een andere stukje.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten