In zijn NRC artikel “Etnisch etiket voor crimineel voedt onjuiste conclusies“ wenst Leo Lucassen de Marokkaanse-Nederlanders relschoppers in de Schilderswijk en Kanaaleiland niet als zodanig te benoemen. Vreemd, zij benoemen zichzelf immers nadrukkelijk als Marokkaanse-Nederlanders. Bovendien stellen zij hun Marokkaanse identiteit boven hun Nederlandse identiteit. En dan zouden ‘wij’ hen niet Marokkaanse-Nederlanders mogen noemen, maar ‘jongeren’?! Dat is krom en betekent discriminatie van ons en vooral van hen. Voorts zegt Lucassen dat het aantal criminaliteit daalt. Daar valt wat op af te dingen, want na een lange daling stijgt het aantal moorden weer. In het eerste kwartaal van 2020 zijn er met 42 moorden al 11 moorden meer gepleegd dan in dezelfde periode in 2019. In 2019 zijn in totaal 117 moorden gepleegd, wat weer 10% meer was dan 2018 (Elsevier, 30/4/20). Marokkaanse-Nederlanders zijn oververtegenwoordigd in criminaliteitscijfers, vijf keer meer dan autochtone Nederlanders. Antillianen stijgen daar bovenuit. Om dit grote probleem te kunnen duiden is het uiteraard wel nodig om het te benoemen.
Lucassen sleept identiteitspolitiek en BLM er met de haren bij. Deze issues hebben te maken met marxisme,
Critical Race Theory en nastreven van gelijke uitkomsten in plaats van gelijke kansen, en heeft niets met het benoemen van Marokkaanse-Nederlanders te maken.
Vervolgens schrijft Lucassen dat het bij de ‘
protesten rond de moord op George Floyd ging om systematisch racistisch politiegeweld’. Lucassen laat na te vermelden dat de Amerikaanse politie juist beducht is geweld toe te passen uit angst voor verdachtmaking van racisme. Donkergekleurde universitair docent dr. John McWhorter (nota bene Democraat) brengt naar voren dat men ten onrechte meent dat politieagenten vooral zwarten doden vanwege een raciale ‘
bias’. De veronderstelling is dat een wit persoon eenvoudig met een vergrijp zou wegkomen, maar dit wordt door de feiten weersproken. McWhorter heeft dit jarenlang onderzocht en data spreken een ander verhaal. Er is het issue van proportionaliteit. Witte mensen, 62% van de populatie, zijn de helft van de mensen die gedood worden door de politie. Zwarten, 13%, zijn een kwart van de mensen die gedood worden door de politie. Relatief minder zwarten worden
gedood door de politie als je kijkt naar het aandeel in de criminaliteitscijfers. De briljante donkergekleurde Larry Elder komt tot dezelfde conclusie. Het kan ook niet anders, de criminaliteitscijfers spreken een duidelijke taal.
Lucassen spreekt over
‘een kleine groep Marokkaanse Nederlanders met wangedrag’. Dat hangt er van af wat men ‘klein’ noemt. De ‘Groep 600’ vind ik groot. Dat vindt de Marokkaanse presentator El Miloudi ook. Hij is verontrust en toonde hoe er binnen de Groep 600 zware criminelen zijn die met hakbijlen, messen en pistolen rondlopen, vooral onze oudere burgers bedreigen en beroven, liquidaties plegen, zwaar in de drugshandel zitten en onze dienders handenvol werk bezorgen. Ze berokkenen onze samenleving veel schade.
Het gaat ‘gewoon’ door, ook ten koste van deze jongeren zelf. Waarom moet Lucassen, nota bene wetenschapper, de zaken zó bagatelliseren?
Kortom, dit lijkt een dappere poging van Lucassen om de NRC lezer een rad voor ogen te draaien. Hij wil dat we Marokkaanse Nederlanders vooral niet discrimineren, hoewel zij ‘ons’ wel discrimineren. Door verslaafd te raken aan uitkeringen is voor de groep elke prikkel ontnomen om echt te werken voor je geld. Goedkope idealen van wetenschappers doen de rest, zoals van hoogleraren Paul Scheffer en Leo Lucassen in NRC en prof. Maurice Crul ‘Integreren is een achterhaald concept’ als ontkenner van WRR-rapport over de tribalisatie van de Nederlandse samenleving.
Lucassen is gespecialiseerd in migratieproblematiek. Hoe komt het dan dat hij zo nadrukkelijk, aantoonbaar en veelvuldig de plank mis slaat? Zou hij soms wat ‘biased’ zijn in zijn waarnemingen en conclusies? We kunnen wel zeggen “ach, die Lucassen, ziet het verkeerd, laat maar”. Nee, daar is het veel te erg voor. Door feiten te verdraaien, weg te kijken en zaken niet te benoemen, is hij een sta-in-de-weg voor een oplossing van deze immense problematiek. Dat schaadt ‘ons’, maar vooral de goeden aan allochtone zijde die onder de kwaden lijden.