Meana distantieert zich expliciet van decarboniseringsbeleid van de EU, waarvan hijzelf een van de architecten was.
In het Franse taalgebied heeft de klimaatscepsis een flinke impuls gekregen met het verschijnen van een nieuw boek:
Climat: 15 vérités qui dérangent. ("Klimaat: 15 ongemakkelijke waarheden"). Het is geschreven door een groep auteurs onder leiding van István E. Markó (chemicus en rijkelijk gelauwerd hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven). Het boek telt 276 bladzijden. Ik ben er nog niet doorheen. Maar de
smaakmaker is veelbelovend.
Wie aan Italië denkt, denkt aan Berlusconi, bunga bunga-feestjes, de maffia en onoplosbare financiële problemen. Dat belemmert het zicht op het vele positieve dat Italië heeft te bieden. Ik moest daaraan denken toen ik het voorwoord las van het genoemde boek, geschreven door Carlo Ripa di Meana, voormalig Eurocommissaris voor milieu (1985-1992), een van de architecten van het EU-milieu- en decarboniseringsbeleid, en voormalig Italiaans milieuminister (1992-1993). Thans zet hij zich in voor de bescherming van het Italiaanse historische, artistieke en natuurlijke erfgoed, inclusief het landschap, dat door windmolens wordt bedreigd.
Wat het klimaat betreft schrijft hij nu klip en klaar dat hij zich destijds heeft vergist.
Meana:
[In mijn vroegere hoedanigheid] heb ik mij vanuit de Europese Gemeenschap ingezet voor een belasting op fossiele brandstoffen, als middel in de strijd tegen AGW ("Anthropogenic Global Warming"). .
Na enkele jaren ben ik uiteindelijk van gedachten veranderd en heb ik een positie ingenomen die geheel tegengesteld was aan dat beleid een positie die men gewoonlijk klimaatsceptisch noemt. Ik heb mij derhalve verzet tegen de meeste voorstellen uit het Europese juridische document m.b.t. de belasting op koolstofhoudende brandstoffen, ondanks het feit dat ik binnen de Europese Commissie een van de initiatiefnemers van deze tekst was, samen met Klaus Töpfer, minister van de Duitse Bondsregering, en, wat betreft de meer technische aspecten, Laurens Jan Brinkhorst, toenmalig DirecteurGeneraal voor milieu, die later minister werd in Den Haag. ...
Sinds het begin van de jaren negentig, toen ik Eurocommissaris voor milieu was, tot aan de dag van vandaag, heb ik veel over de theorie van klimaatverandering gelezen, bestudeerd en geverifieerd, zoals deze is geformuleerd, besproken en getoetst sinds het Kyoto Protocol in 1997. Ik beschik bovendien over persoonlijke deskundigheid op het gebied van duurzame energie. Ik geloof niet meer in het AGWdogma en dus niet meer in de menselijke oorsprong van het broeikaseffect. Vandaar dat ik ook niet meer geloof in de theorie die daaruit voortvloeit, zoals gepropageerd door het VNklimaatpanel (IPCC) ...
Volgens het IPCC dient de klimaatverandering te worden gestabiliseerd door een vermindering van broeikasgassen in de atmosfeer en door de opslag van de extra CO2, die de laatste jaren is geproduceerd, in verlaten mijnen. Maar in werkelijkheid verandert het klimaat voortdurend en deze ontwikkeling hangt af van vele factoren, zoals de chemische samenstelling van de atmosfeer, de dynamiek van oceaanstromingen, de magnetische velden die het resultaat zijn van de zonnewind, en de baan die de aarde volgt door het melkwegstelsel, om er maar enkele te noemen. Zoals ik heb kunnen constateren bij verschillende ontmoetingen gedurende de laatste jaren, denkt een aanzienlijk deel van de wetenschappelijke gemeenschap in Italië er net zo over als ik.
Na het einde van mijn milieuministerschap, ben ik voorzitter geworden van 'Italia Nostra', een stichting met als doel de bescherming van ons historisch, artistiek en natuurlijk erfgoed. In die hoedanigheid heb ik mij ook bezig gehouden met de bescherming van het Italiaanse landschap en gestreden tegen de plaatsing van windmolens. Ik heb me verzet en heb het overleefd. ...
Ik heb het geweld van de doctrinaire visie van de tegenstanders van onze opvattingen aan den lijve ondervonden. Ik werd verguisd met de dogmatische arrogantie van het politiek correcte discours, dat pleit voor een onbeperkt gebruik van duurzame energie, in het bijzonder windmolens. De machtige windmolenlobby, die rijkelijk profiteert van subsidies en politiek vastgestelde energieprijzen, heeft getracht ons te intimideren, te onderdrukken en te marginaliseren.
Op grond van mijn ervaring als professional en particulier kan ik lezing van dit boek dan ook van harte aanbevelen en wil ik de auteurs mijn erkentelijkheid daarvoor betuigen.
Aldus de opmerkelijke woorden van een voormalig Eurocommissaris voor milieu, Carlo Ripa di Meana een moedig man!
Voor mijn eerdere DDS-bijdragen, zie
hier.