De Britse economie staat op het punt om in recessie te geraken. Er was dit jaar nauwelijks groei en Groot-Brittannië kan de problemen in de eurozone niet negeren. De financiële sector van Londen verkeert in onzekerheid terwijl de overheid daar enorme bezuinigingen zou doorvoeren die het consumentenvertrouwen ondermijnen.
Dat laatste, althans, beweert oppositieleider Ed Miliband die zich plotseling zorgen zegt te maken over het begrotingstekort. Hij riep de regering vorige week op om onmiddellijk van koers te veranderen, in het belang van het land. Bezuinigen alleen heeft volgens hem geen zin. Om meer Britten aan het werk te krijgen moet de overheid de economie stimuleren, aldus Miliband. Dat kan ze door bijvoorbeeld -- wait for it -- belastingen te verlagen! Stel je voor.
Helaas heeft de regering er het geld niet voor. Het Britse tekort is even groot als dat van Griekenland terwijl de overheidsuitgaven goed zijn voor maar liefst 50 procent van het bruto binnenlands product. Sterker, de uitgaven zijn onder de huidige regering alleen maar opgelopen. In vergelijking met 2009, het laatste jaar dat Labour aan de macht was, geeft de publieke sector dit jaar 4 procent meer uit.
Toen de Conservatieven en Liberaal-Democraten afgelopen jaar een coalitie smeedden schatte de accountants van PricewaterhouseCoopers dat Groot-Brittannië de overheidsuitgaven elk jaar met 5 procent moest terugdringen om het tekort in 2014 te hebben gehalveerd. Zij gingen er vanuit dat het land gedurende die periode enige economische groei zou kennen waardoor de belastingopbrengsten konden oplopen. Hoge energiekosten en de Europese schuldencrisis lijken de Britse economie nu echter de das om te doen. Van groei is nauwelijks sprake meer dus moet nog meer bezuinigd worden.
Premier David Cameron is zich er terdege van bewust dat het vaak de overheid is die ondernemers in de weg zit. Hij heeft toegezegd de belasting- en regeldruk op bedrijven te zullen verlichten maar zijn regering biedt nog altijd werk aan één op de vijf Britten. Hoge inkomens worden nog altijd met maar liefst 50 procent belast en de schulden stapelen zich op.
Onduidelijk is hoe groot de Britse schuld precies is. Volgens financiën heeft het land bijna een biljoen pond geleend, wat neerkomt op ongeveer 62 procent van het BBP, maar dan worden toekomstige pensioenverplichtingen niet meegerekend. Doe je dat wel, dan komt de schuld uit op 173 procent van het BBP, aldus officiële schattingen. Onafhankelijke onderzoekers hebben de werkelijke schuldenlast wel eens twee keer zo groot geraamd.
Toch blijft de centrale bank geld bijdrukken. Tot noch toe heeft de Bank van Engeland zon £275 miljard in de economie gepompt wat neerkomt op een vijfde van het BBP. Het is een beleid dat premier Cameron steunt. Hij zegt geen voorstander te zijn van fiscaal stimuleringsbeleid. Daar hebben landen het geld niet meer voor, zei de minister-president afgelopen zomer. Blijkbaar is de oplossing: meer geld drukken.
Het is een krankzinnige keuze. Door inflatie aan te wakkeren worden de bescheiden doch reële loonstijgingen die de Britten de afgelopen twee jaar hebben genoten ongedaan gemaakt terwijl de kredietverstoring die nota bene de financiële crisis veroorzaakten erdoor worden verergerd!
Om de Britse economie er weer bovenop te helpen moet dit monetaire stimuleringsbeleid zo snel mogelijk een halt worden toegeroepen. Tevens moet Cameron daad bij het woord voegen en snijden in het woud van regelgeving dat Britse ondernemers ervan weerhoudt om uit te breiden. Zo worden de staatsfinanciën op orde gebracht en private investering aangemoedigd. Het conservatieve beleid waar Groot-Brittannië tot op heden kennis mee heeft gemaakt is niet voldoende.