Désiré Delano Bouterse is gisteren beëdigd als president en dat ging met het nodige rumoer. Van intensief contact tussen Suriname en Nederland 'de koloniale machtsstaat' kan wat hem betreft geen sprake meer zijn. Voorts leek het hem gepast om alle afgevaardigde diplomaten bij naam, toenaam en titulatuur te noemen, behalve de Nederlandse diplomaat Aart Jacobi. Een ongekend diplomatiek affront. Staatsmanschap volgens Bouta, zullen we maar zeggen.
Het lag voor de hand dat Désiré B. Nederland voor paal zou zetten, nadat Verhagen zei dat de betrekkingen met Suriname op een laag pitje verder gaan, omdat B. een drugscrimineel en een moordenaar is. Maar hoe erg is deze bekoelde relatie eigenlijk voor Nederland en Suriname?
Het zal de Nederlandse staat op het eerste oog geld schelen, zoveel is duidelijk. Surinamers krijgen per hoofd verreweg de meeste ontwikkelingshulp van Nederland: 92.000 euro per 1000 inwoners (
pdf). Voor de Surinaamse economie (en de Nederlandse investeringen aldaar) zijn de zaken wat minder rooskleurig: het investeringsklimaat verslechtert in hoog tempo doordat Bouta vrijwel voortdurend fulmineert tegen buitenlandse bedrijven die de rijkdom van de Surinamers zouden willen afpakken. Nu nog populistische praat, maar de investeerder neemt liever het zekere voor het onzekere.
Nederland heeft overigens
weinig investeringen in Suriname, wij lopen een gering risico. De toekomstperspectieven om te investeren in Suriname zijn goed, maar het kan zijn dat onder Bouta Nederlandse investeerders benadeeld worden.Voor Surinamers lijken de zaken nog triester: voortdurend heeft Bouta
opruiende taal gesproken over de 'bodemschatten van het volk', maar Surinamers lijken wederom niet te profiteren. Suriname is het zeventiende land ter wereld gerekend naar grondstoffenvoorraad per hoofd, maar slaagt er tot op heden niet in de bevolking van die rijkdom te laten profiteren. De
cruciale schakel tussen grondstoffen en meer rijkdom voor het volk is namelijk goed beleid en dat lijkt onder B. verder weg dan ooit.