Wie had gedacht dat de bonuscultuur uit de financiële wereld zou verdwijnen heeft het mis.
Vandaag meldde de
Rabo-organisatie dat de bonus voor de top van de bank op langere termijn weer terugkeert. Dit bericht volgde op de eerdere aankondiging (in een interview met een financieel dagblad) van
ABN Amro topman Gerrit Zalm, dat de vaste salarissen voor de (sub-)top met 20% waren gestegen als compensatie voor het schrappen van de variabele beloning. De remuneratiediscussie in de financiële wereld is weer helemaal terug van nooit helemaal weggeweest. Tijd voor enkele (morele en zakelijke) kanttekeningen.
Volgens DFT-journalist Martin Visser is er zelfs sprake van een '
heksenjacht'. Hij is van mening dat het wel meevalt met die salarisverhoging, omdat een 100% (variabele) beloning verlaagd wordt naar 20% en er 'slechts' een 'compensatie' van 20% van het vaste salaris tegenover staat. Volgens Visser is het allemaal kinnesinne, afgunst dus. Maar ik denk dat mijn gewaardeerde collega columnist Visser hier het plankje toch een klein beetje misslaat. Volgens mij is '
bankenbashen' helemaal niet aan de orde en is dat ook niet de discussie waar het over gaat, of althans zou moeten gaan.
Naar mijn oordeel kan de discussie over 'bankiersbonussen' niet los worden gezien van wat er de afgelopen jaren is gebeurd in de financiële wereld en wat we vinden van de rol die het bankwezen in onze economie zou moeten spelen. Moet die rol vooral 'faciliterend' zijn? Moet er een scheiding komen tussen zakenbankiers en retailbankiers? Moeten er wel financiële prikkels worden gegeven, die een perverterend effect (puur individueel winstbejag) kunnen opleveren? Zie bijvoorbeeld de actuele problemen met de derivatenverliezen bij woningcorporaties en andere met (semi-)publiek geld gefinancierde instellingen. Maar dit zijn vooral morele discussies.
Tegelijkertijd zijn er ook (meer zakelijke) raakvlakken met de argumenten die voorstanders van een bonuscultuur hanteren. Zo zou talent 'weglekken' naar het buitenland of zouden er geen 'goede' mensen aangetrokken kunnen worden. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd, dat die argumenten geen hout snijden. Natuurlijk, er zullen wel enkele mensen vertrekken, maar geen honderden. Ook ben ik er niet van overtuigd dat een bonussysteem in de financiële sector per sé tot significant betere prestaties leidt. Wel tot de neiging meer (en vaak teveel) risico te willen nemen. Zeker als er geen malusregeling bestaat, die verliezen voor rekening van de veroorzaker laat zijn. Want waarom zouden we een bonussysteem optuigen zónder malussysteem? Dan krijg je een loterij zonder nieten, zeker als de belastingbetaler uiteindelijk 'the lender of last resort' blijkt te zijn, zoals inderdaad bij de (Nederlandse) banken het geval is geweest.
Een ander aspect in deze discussie is het internationale karakter van het zakenbankieren. Laten we ons geen illusies maken, de grote zakenbanken in Wall Street en The City bepalen de internationale fusie- en overname markt en de internationale bond markets. Het is uitgesloten dat die instellingen hun bonusregelingen vrijwillig zullen aanpassen. Wie het boekje '
Liar's Poker' van Michael Lewis uit 1989 (!) heeft gelezen, begrijpt de cultuur van de zakenbankiers en traders wat beter. In die tijd werkte ik zelf bij zo'n zakenbank en kan uit eigen ervaring bevestigen dat de cultuur daar absoluut '
fee-driven' was. Morele overwegingen of zelfs intrinsiek economische overwegingen (bijvoorbeeld of een fusie wel zoveel economische toegevoegde waarde zou opleveren) speelden totaal geen rol. Wat wel een rol speelde was de hoeveelheid geld die de deal opleverde. En daar ga je automatisch in mee, anders pas je niet in die wereld en moet je een andere baan zoeken (wat ik uiteindelijk ook gedaan heb).
Meer algemeen kan men vraagtekens plaatsen bij de beloningsstructuur van topmanagement van grote bedrijven. Die mensen zijn daar in verreweg de meeste gevallen terechtgekomen zónder dat ze zelf met eigen geld risico gelopen hebben. Ze hebben het bedrijf niet opgebouwd, er geen eigen geld ingestoken en hebben dus geen enkel (financieel) risico gelopen. Hoe logisch is het dat deze mensen met jaarsalarissen van een miljoen plus naar huis gaan? Het argument dat vaak gebruikt wordt om die salarissen te rechtvaardigen is doorgaans de omvang van de onderneming (het aantal mensen dat er werkt, de omzet, enzoverder). Maar op de keper beschouwd zijn het vooral managers en geen ondernemers. En dat geldt á fortiori voor de financiële wereld (banken en verzekeraars). Persoonlijk heb ik totaal geen moeite met ondernemers die miljoenen per jaar verdienen als ze zelf risico hebben gelopen en een mooi bedrijf hebben opgebouwd. Anders wordt het, wanneer je wordt benoemd als topmanager van een groot bedrijf. Dan zou je nog eerder kunnen pleiten voor het verhogen van de beloning van technische mensen, die door middel van hun kunde en creativiteit een werkelijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van nieuwe producten en technieken. Maar de technische mensen worden minder betaald dan de financiële of commerciële.
Hoe dan ook, als we vinden dat het financieel stelsel aan een herijking toe is, en die discussie is gaande, zie bijvoorbeeld ook hoe daar over wordt gesproken binnen het
Sustainable Finance Lab, dan ontkom je er niet aan om dit soort vragen te stellen. En als een financiële instelling van de ondergang is gered met belastinggeld en eigendom is geworden van de staat, dan lijkt het me bepaald niet onredelijk, dat die staat in sterke mate het beloningsbeleid bepaalt.
Van de week was er een
integriteitsdebatje over politici in de Eerste Kamer; wellicht zou eenzelfde soort debat eens moeten plaatsvinden over de bankenboys, al vrees ik dat die discussie daar aan dovemansoren gericht zal blijken te zijn.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.