Komt dat zien, komt dat zien, de Europese politieke elite viert een klein feestje vanwege de innigere samenwerking in Defensie in de Europese Unie. Een volgende stap naar een Europees leger is daarmee bewerkstelligd.
De regeringsleiders van de EU-landen wilden donderdag het recente besluit om structureel te gaan samenwerken op defensiegebied niet zonder feestelijke ceremonie voorbij laten gaan. Voor een groot paneel lieten zij zich op hun top in Brussel uitgebreid fotograferen, in aanwezigheid van militairen in een rijke schakering aan uniformen.
Het gaat PESCO heten, een permanente structurele samenwerking binnen de Europese Unie, waarbij er gewerkt wordt met zogenaamde 'projecten'. Dit zijn projecten waarvoor landen zich intekenen en dan met elkaar samenwerken. Nederland doet mee aan zeven van de zeventien projecten.
Donald Tusk, de president van de Europese Unie, noemt het een 'droom die uitkomt'. Natuurlijk, want wat sommige ministers ook beweren, dit is gegarandeerd een stap naar een Europees leger, of op zijn minst verdere integratie van de Europese defensiemachten. De argumentatie is 'efficiëntie', 'effectiviteit', 'verdediging tegenover vijanden'. De perfecte argumentatie die altijd kan gelden om verdere integratie goed te praten. Het is een eindeloze argumentatie, omdat het geen visie heeft, maar pragmatisme als fundament.
„Het is een manier voor de EU om onze middelen beter in te zetten.” Hij zei dat het Nederlandse PESCO-voorstel „om militair personeel en materieel veel sneller van het ene naar het andere land te krijgen dan in het verleden” veel in beweging zet.
NAVO-topman Jens Stoltenberg sprak van „een belangrijke dag voor de Europese defensie.”
Precies, hier al de spagaat in verantwoording. Deze ambiguïteit gaat er voor zorgen dat we steeds dichterbij een Europees leger komen. Grote veranderingen komen stapje voor stapje.