Gebleken is dat de IRS tegenstanders van de regering onderwierp aan speciale controles van hun belastingopgave. Belastinginspecteurs hadden het gemunt op mensen die actief waren in de uiterste rechtervleugel van de Republikeinen, in groeperingen zoals de Tea Party en Patriot.
President Obama wordt behalve met de kwestie van het afluisteren van het persbureau AP geconfronteerd met twee andere netelige politieke kwesties. De aanslag op het consulaat in Benghazi blijft hem achtervolgen en hij is in verlegenheid gebracht door de manier waarop de Amerikaanse belastingdienst IRS de Tea Party en andere conservatieve groeperingen op de korrel heeft genomen.