Belang marktprijzen voor de arbeidsmarkt.
Experience seems to show that law can never regulate them properly (wages), though it has often pretended to do so. Adam Smith
Binnen een economie worden prijzen door allerlei verschillende factoren bepaald en bestaat de prijs voor een bepaald goed uit meerdere delen. Prijzen bestaan voornamelijk uit rente, belastingen, winst en arbeid. Een marktprijs houdt in dat de prijs van een bepaald goed tot stand komt in een vrije markt en onder invloed van vraag en aanbod tot stand komt. Marktequilibrium is het meest voordelige voor alle partijen, afnemers en producten. Marktprijzen bestaan ook op de arbeidsmarkt. Momenteel is de arbeidsmarkt geen vrije markt en zal er nooit een marktequilibrium kunnen ontstaan. Waarom is het van belang dat de markt de prijzen bepaalt en niet de overheid zoals bij de minimale prijs van arbeid? Eerst zullen we kijken naar hoe prijzen in een vrije markt tot stand komen en vervolgens zullen we kijken hoe de overheid de prijzen op de arbeidsmarkt verstoort. Uiteindelijk zullen we kijken naar de gevolgen van vastgestelde prijzen boven of onder het marktprijsniveau.
Marktprijzen
Laten we voor het gemak aannemen dat een appel 1 kost in de winkel. Wanneer je deze appel koopt betaal je niet 1 voor de appel maar voor een aantal andere zaken. Ten eerste betaal je alle belastingen die de ondernemer heeft doorberekend in de appel. Hieronder vallen onder andere de btw maar natuurlijk ook eventuele afvalstoffenheffingen die moeten worden betaald bij het exploiteren en produceren van een appel. Daarnaast betaal je een kleine hoeveelheid afschrijving voor de machines waarmee de appel wordt geoogst. Eén van de belangrijkste delen bestaat echter uit arbeid. De prijs van een appel komt dus niet alleen tot stand door de waarde van de appel maar ook door allerlei andere factoren. Een prijs die tot stand komt in de vrije markt is de marktprijs.
De overheid kan de marktprijs van producten echter manipuleren. Doormiddel van dwang kan de overheid de boomgaard waar appels worden geproduceerd dwingen meer of minder te produceren. Een aanpassing in het aanbod zal vervolgens leiden tot een omgekeerd evenredige aanpassing van de prijs. De afbeelding hieronder laat duidelijk zien hoe de prijs van een bepaald product invloed heeft op zowel de vraag naar een bepaald goed en de vraag van een bepaald goed. De D staat voor vraag en de S voor aanbod. Daar waar de S en de D elkaar kruizen ontstaat een marktequilibrium. De prijs die daar betaald wordt voor een bepaald goed heet de marktprijs. De markt zal, wanneer deze vrij wordt gelaten, altijd terugkeren naar het optimum.
Figuur 1.1 Vraag (D) en aanbod(S) curve.
Verstoren van één van de belangrijkste prijzen: arbeid
Een groot deel van de prijs van alle producten bestaat uit de kosten voor arbeid. Wanneer de overheid het een minimumprijs voor arbeid vaststelt ontstaan er problemen binnen de arbeidsmarkt. Zoals alle markten geldt er voor de arbeidsmarkt het principe van vraag en aanbod. Laten we eens kijken naar figuur 1.2. Hier zie je ook weer een vraag en aanbodcurve. Deze vraag en aanbodcurve is niet direct aan de arbeidsmarkt gekoppeld maar laat het principe wel duidelijk zien.
Figuur 1.2 Vraag en aanbodcurve voor de timmerman.
De prijs van arbeid is grotendeels afhankelijk van de ervaring en opleiding van de werknemer maar ook zeker van de arbitraire gulheid van de ondernemer. We gaan er bij figuur 1.2 van uit dat het gaat om een timmerman die kozijnen produceert en wil werken bij een fabriek waar deze worden geproduceerd. Wanneer de overheid de prijs van het goed (arbeid) vaststelt op een te hoog niveau zal de vraag naar arbeid afnemen maar het aanbod van arbeid toenemen. Wie wil er niet voor 50,- per uur werken? Wanneer zon situatie zich voor zou doen zoals bij DS1 dan zou er in een vrije markt een correctie plaatsvinden die ervoor zorgt dat de situatie terugkeert naar DS3. Dit is echter niet mogelijk door de regulering van de overheid. Wanneer de ondernemer het inkomensniveau van DS1 dient te betalen dan zal er minder vraag zijn naar deze functie met het desbetreffende inkomen. Echter wordt een werknemer niet half aangenomen. In tegenstelling tot producten is er geen markt die een aantal zal afnemen omdat het moet. Wanneer DS1 en DS2 zich voordoen voor een bepaalde baan dan heeft de ondernemer in feite twee keuzes:
- Verhogen van de kostprijs van zijn producten om de relatief dure arbeiders te betalen.
- Niet aannemen van de arbeider.
Optie één is alleen mogelijk wanneer de afzetmarkt enkel de mogelijkheid heeft bij deze ondernemer in te kopen of bij andere producenten die door hetzelfde beleid ook gedwongen worden voor een hogere prijs te produceren. Nederlandse producenten kiezen vaker voor optie twee. Namelijk het uitbesteden van de werkzaamheden in lageloonlanden. Er zullen dus banen verdwijnen. De gevolgen van het minimumloon zijn dan ook groot voor laagopgeleiden en jongeren. Juist deze groepen worden in tijden van crisis hard geraakt en komen moeilijk aan werk. Zij zijn het die door deze maatregel van de overheid worden getroffen. Laagopgeleiden hebben vaak een lagere economische waarde en verdienen minder. Hoogopgeleiden die al een goedbetaalde baan hebben zijn juist degenen die baat hebben bij het minimumloon. Zij verdienen sowieso meer dan het minimumloon en krijgen een extra voordeel: zij verminderen de concurrentie op de arbeidsmarkt doordat iedereen die een economische waarde van onder het minimumloon heeft wordt uitgesloten voor arbeid.
Voorstanders: maar sommige banen kunnen niet worden uitbesteed
Voorstanders van het minimumloon stellen dat het niet uitmaakt hoe hoog het minimumloon is omdat sommige banen binnen de economie noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld horecabanen. Wanneer we dit argument eens onder de loep nemen zullen we erachter dat er een addertje onder het gras zit.
Stel je voor dat een horecabezitter 2 per uur meer moet betalen voor een arbeider door het minimumloon dan dat de arbeider eigenlijk waard is. Hij kan het niet uitbesteden omdat deze werkzaamheden in Nederland moeten worden gedaan. Wat nu? Hij houdt van zijn zaak en zal de arbeiders dus 2 per uur meer betalen. Dan lijkt dit in eerste instantie erg prettig. De werknemers binnen de horeca verdienen meer en zijn erg blij met de resultaten van de overheid. Ze verdienen immers meer! Maar waar haalt de ondernemer deze 2 vandaan? Hij moet meer betalen en dus moeten er meer inkomsten worden gegenereerd. Dit kan de ondernemer op twee manieren doen:
- Besparen op personeel en het personeel harder aanpakken zodat ze productiever zijn.
- Het verhogen van de prijzen van de producten die hij verkoopt.
Ervoor zorgen dat het personeel harder werkt is leuk maar wanneer de vraag naar bier en wijn gelijk blijft zal hij uiteindelijk beseffen dat alleen optie twee werkelijk realistisch is. De prijzen van bier en wijn zullen stijgen waardoor de vraag naar deze producten zal afnemen. Er zijn genoeg alternatieven op de markt. Zo zal het populairder worden om zich thuis alvast te bedrinken voordat men uitgaat. Waar het uiteindelijk op neer komt is dat ook het bier en de wijn onderhevig zijn aan de vraag en aanbodcurve. Stijgt de prijs van het goed door de hogere arbeidskosten? Dan ziet men dit terug in de hoeveelheid afgenomen producten. Minder verkoop leidt uiteindelijk tot minder werk en dus zullen er ontslagen vallen. Voorstanders van het minimumloon hebben in deze kwestie gelijk dat de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd in ons land maar er zijn onzichtbare gevolgen. Of zoals Frédéric Bastiat het zou stellen: de hogere inkomens van de arbeiders zijn zichtbaar. De potentiele arbeidsplaatsen die verloren zijn gegaan zijn onzichtbaar.
In the economic sphere [ ]a law produces not only one effect, but a series of effects. Of these effects, the first alone is immediate[ ];it is seen. The other effects emerge only subsequently; they are not seen Frederic Bastiat
Onderbetaling?
Zoals de website van de rijksoverheid laat zien is het minimumloon bedoeld om te beschermen tegen onderbetaling. Wie deze arbitraire grens van onderbetaling stelt is een raadsel. Tevens verschillen de prijzen van zowel arbeid als verschillende goederen binnen Nederland. Dit betekent dat het minimumloon in het ene deel van het land ervoor zorgt dat iemand niet aan het werk komt en ergens anders wel.
Het minimumloon beschermt uiteindelijk slechts één groep mensen. Namelijk de mensen die nét een baan hebben kunnen vinden rond het minimumloon. Zij worden beschermt voor mogelijke concurrentie. De concurrentie mag echter thuis zitten en gelaten toezien hoe een lelijk gat op het cv verschijnt. Juist tijdens een crisis zoals deze zijn er grote groepen jongeren die graag willen aanpakken. Zelfs voor minder geld. Deze mensen wordt een kans ontnomen op een betere toekomst waar zij zelf aan zouden kunnen werken. Deze groep wordt in afhankelijkheid gedwongen. Daarom: stop met het reguleren van prijzen, vooral die van arbeid.