Columniste Hanna Wittebroek heeft zich deze week doodgeërgerd aan de ophef die onststond na een interview met CDA-senator Brinkman, die zei dat 'abortus na een avondje stappen' voor eigen rekening moest komen. Eerder werd Baudet ook al woest aangevallen. Hanna neemt het voor de beide heren op.
Abortus na een avondje stappen moet niet zomaar worden bekostigd door de staat, dat stelde Elco Brinkman, voormalig CDA-leider, vorige week in een interview. Naar zijn eigen verwachting, werd deze opmerking vervolgens compleet geridiculiseerd. Twitter en de media ontplofte, want hoe kon je nou in hemelsnaam van mening zijn dat burgers meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en abortus niet (meer) als een normaal gegeven moeten zien? En, mochten ze dat wel doen, dat ze dan zelf moeten opdraaien voor de kosten hiervan.
Het abortusdebat in Nederland wordt hiermee gelijk weer monddood gemaakt, net zoals dat eerder gebeurde na het omstreden essay van Thierry Baudet als reactie op het boek Serotonine van Houellebecq. Het was belachelijk dat Baudet ‘moderne verworvenheden’ zoals abortus ter discussie stelde, aldus het overgrote deel van Nederland.
Volgens de pro-choice-beweging gaan we door abortus ter discussie te stellen terug in de tijd en tasten we het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw aan. Rechten waar de ‘moeders en oma’s’ van de hedendaagse vrouwen hard voor hebben gestreden. Abortus ter discussie stellen wordt al gauw gezien als doodzonde en is een groot taboe. Baas in eigen buik is het credo van deze tijd. Het lijkt bijna iets te worden om te vieren, een abortus; ‘ik heb net toekomstig leven verwoest en nu ga ik taart eten en champagne drinken’. En daarna lekker de kroeg in om je ‘vrijheid, blijheid’ te vieren, naar huis te gaan met een onenightstand, om twee weken later abortus weer in te zetten als vorm van anticonceptie. Want voor kinderen is voorlopig nog geen tijd. Dat je daar niet aan dacht op het moment dat je onbeschermde seks had, dat is niet jouw probleem, de overheid betaalt toch.
Aan het feit dat er genoeg goede argumenten te vinden zijn om de rechten op abortus (weer) in te perken wordt vandaag de dag door het gros van de Nederlandse bevolking compleet voorbijgegaan. Dat pro-life-bewegingen er helemaal niet op uit zijn om de rechten van vrouwen in te perken maar strijden voor de rechten van het ongeboren kind komt niet op in de hoofden van de pro-choice-beweging. Dat abortus het beëindigen is van potentieel leven mag niet gezegd worden, want ‘het gaat maar om een klompje cellen’. Dat het hartje van een embryo na zes weken al klopt, doet er niet toe.
Mensen als Elco en Thierry monddood maken op het moment dat ze praten over abortus lijkt alleen te gebeuren om, het diep vanbinnen bekende schuldgevoel, te verdoezelen. Abortus is namelijk geen feestje, maar gelegaliseerde beëindiging van potentieel heel mooi leven.