Morgen spelen Spanje en Italië in Kiëv de finale van het EK, waar we drie weken geleden nog dachten dat Oranje daar zou kunnen staan. Niet dus. Maar de wederopstanding van Italië, in Zuid-Afrika nog hopeloos tegen Nieuw-Zeeland en Slowakije, laat zien dat de oudjes het nog prima doen en niet te snel moeten worden afgeschreven. Dat biedt ook kansen voor over twee jaar in Brazilië.
Ik beleefde de uitschakeling van het Nederlands elftal in Valencia. Het gekke was dat daar op de wedstrijddag tegen Portugal nog volop Oranjeshirtjes op straat liepen. Eerst dacht ik dat dit wel supporters zouden zijn van de plaatselijke club, want ik was in de sinaasappelstad en CF Valencia speelt zijn uitwedstrijden vaak in oranje (het echte Oranje deed dat in het zwart, een omineus voorteken). Maar het bleken wel degelijk Nederlanders te zijn, terwijl Valencia bepaald geen toeristenstad is en niets met het EK te maken had. Ik heb er geen Duitsers of Engelsen in het nationale shirt gezien. Maar bij ons heerst de Oranjegekte tot diep in Spanje, ook op een dag dat het Nederlands elftal het lachertje van het EK dreigde te worden en je even niet wilde laten zien waar je vandaan komt. Wie zei er dat Nederland niet nationalistisch was? Het had iets aandoenlijks en verzoende mij meteen met de uitschakeling, die na de eerste nederlaag tegen Denemarken in de 'groep des doods' ook niet als een verrassing kwam.
Wat ging er mis? Daar gaf bondscoach Bert van Marwijk in al zijn nuchterheid na de verloren wedstrijd tegen Duitsland een duidelijk antwoord op. We begonnen telkens goed (tegen het sterke Portugal zelfs zeer goed), maar de kansjes die er waren werden gemist en er werd heel slecht verdedigd - wat twee jaar geleden nog heel behoorlijk gebeurde. Bij alle nationale discussies wie er nu in de spits moest staan, Robin van Persie of Klaas-Jan Huntelaar, of alle twee, bleef dat verdedigende aspect traditiegetrouw onderbelicht. Van de vox populi moet het in Nederland altijd aanvallender. De bondscoach, die na de grillige periode-Van Basten 'balans' in de ploeg had gebracht, werd nu conservatisme verweten, terwijl hij vergeleken met Zuid-Afrika juist steeds aanvallender - en wanhopiger - liet spelen en alle stuurlui aan wal hun zin gaf. Maar je kunt nog zulke goede aanvallers hebben, als de verdediging niet goed 'staat' en 'uit de organisatie loopt' ben je weg. En dat was geen incident. Afgelopen zomer stond het Nederlands elftal, dat jarenlang nauwelijks een wedstrijd verloor, nog eerste op de FIFA-ranglijst, maar van de laatste elf wedstrijden verloor het er zeven, won het er drie, en speelde het er één gelijk (0-0 thuis tegen Zwitserland). En als we de kwalificatiewedstrijd tegen Hongarije in maart 2011 (5-3 winst) meetellen, waren er maar liefst vier wedstrijden met drie tegendoelpunten (Zweden, Duitsland, Bayern München). Zulke cijfers liegen niet. Zelfs in de partij die wel gewonnen werd en de indruk wekte dat er niets aan de hand was (de 3-2 winst op Wembley tegen Engeland), gaf Oranje in de slotfase zomaar een 2-0 voorsprong weg, waar eerder in Zweden ook al twee goals in een minuut waren binnengekregen. Dat is, weet iedere kenner, amateuristisch.
Ik miste nog wat. Een splijtende pass van achteruit ontbrak, waardoor het Nederlandse spel vaak niet op gang kwam omdat de creatieve middenvelders en voorwaartsen niet werden bereikt. In de glorietijden hadden we in de verdediging gewoon middenvelders staan, zoals Arie Haan of Frank Rijkaard, of mannen met overzicht en een prachtige lange trap, zoals Ruud Krol, Ronald Koeman en Frank de Boer. In Zuid-Afrika hadden we nog 'Gio', eigenlijk een aanvaller die als linksback stond opgesteld en nu node werd gemist. (De schorsing van de energieke Arthur Numan, in de kwartfinale tegen Argentinië uit het veld gestuurd, brak ons in 1998 op in de halve finale tegen Brazilië.) Het ontbrak ook aan 'storend vermogen' en knalharde balafpakkers, types als Johan Neeskens, Willy van de Kerkhoff (bijnaam: de stofzuiger), Jan Wouters, Edgar Davids en Philip Cocu. Ik had graag een sloper als Adri van Tiggelen (bijnaam: de spijker) in de ploeg gezien, maar zulke stammen hebben we blijkbaar niet. Door al het geknoei en gebrek aan balvastheid in de achterhoede sloten de linies niet aan en kon Nederland ook niet aanhoudend het geliefde spel op de helft van de tegenstander spelen. Dan wordt het rommelig en maakt Oranje een zielige, machteloze indruk. Niet zo erg als Italië twee jaar geleden in Zuid-Afrika, maar wel heel erg. Tegen Duitsland en Portugal werd Oranje gespaard en had makkelijk met grote cijfers verloren kunnen worden.
Logisch dus dat Bert van Marwijk, die ik altijd mocht vanwege zijn realisme (zeg maar 'conservatisme'), uit eigen beweging is opgestapt. Bert krijgt dit niet meer op de rails. Verdedigen kan elke ploeg, dus dat moet Oranje ook kunnen. Wie moet Oranje die kunst weer gaan bijbrengen? Het gaat hier om de keuze van de bondscoach, een functie die belangrijker is dan die van premier, en waar heel Nederland een mening over heeft. Ik dus ook. Volgens mij is Louis van Gaal de aangewezen persoon. Dat Van Gaal een goede coach is, heeft hij bewezen door met maar liefst vier verschillende clubs kampioen te worden (Ajax, Barcelona, AZ en Bayern München) en die allemaal op zijn gedurfde manier te laten spelen. Alle grote ego's werden aan zijn concept ondergeschikt gemaakt, een concept dat zeer Nederlands is, met verdedigers die kunnen aanvallen en andersom. Dat kan natuurlijk vreselijk mislopen, en dat is juist bij het Nederlands elftal gebeurd, dat zich onder zijn leiding in 2001 niet voor het WK in Azië plaatste met een selectie die wereldkampioen had kunnen worden. Dat vraagt om een revanche, zoals ook het falen van Oranje in Oekraïne om een revanche vraagt. Een groter echec dan tijdens zijn eerste periode als bondscoach en het drama van de afgelopen wedstrijdserie (drie overwinningen, zeven nederlagen) kan het niet worden. De oudjes van Italië hebben laten zien dat het kan, als de ploeg maar gedisciplineerd het eigen spel speelt, te beginnen in de verdediging. Voor het terugbrengen van de Oranjediscipline, om de Nederlandse Leeuw niet weer in zijn hempie te laten staan, is Van Gaal de juiste oefenmeester. Dan volgt de Oranjegekte vanzelf wel.