‘’Alle kinderen, ze zijn weg ’’

Geen categorie19 mrt 2014, 15:00

De Joodse kinderen die nooit meer terugkwamen.

Machiel Prins werd geboren op 31 mei 1943. Hij had de pech dat zijn moeder Joods was en op dat moment gevangen zat in het SS-concentratiekamp te Vught. Dit kamp fungeerde voor de Joodse gezinnen als doorgangskamp en zo kwam het dat Machiel, nog geen week oud, samen met zijn moeder op de trein werd gezet naar Westerbork. Hier had het drie maanden te vroeg geboren jongetje een min of meer natuurlijke dood kunnen sterven, ware het niet dat Albert Konrad Gemmeker, de commandant van het kamp, alles in het werk stelde om Machiel in leven te houden. Zo liet hij een couveuse komen en het verhaal gaat dat de baby dagelijks een paar druppeltjes cognac uit de privé-voorraad van Gemmeker kreeg om aan te sterken. Met resultaat: Machiel werd sterker en zijn gewicht nam toe. Na een paar maanden woog hij zes pond. Dit betekende dat hij fit genoeg was om zijn reis te vervolgen, want ook Westerbork was slechts een tussenstop; op 21 september werd hij samen met zijn moeder gedeporteerd naar Auschwitz, waar ze direct na aankomst werden vergast.

Machiel heeft nauwelijks vier maanden mogen bestaan. Wat zijn verhaal extra wrang maakt is de wrede zinloosheid van de moeite die werd gedaan om het pasgeboren kind in leven te houden. De kampcommandant moet toch zeker geweten hebben wat er met de baby zou gebeuren op het moment dat deze voldoende was aangesterkt, dus waarom de verwoede reddingspogingen? Een toneelstukje om de gevangenen het idee te geven dat de Duitse bezetter toch echt het beste met hen voorhad? We kunnen er slechts naar gissen. En hoewel Machiel Prins het enige Joodse kind is dat ooit werd geboren in kamp Vught, hij was zeker niet het enige kind dat in die eerste week van juni 1943 op transport ging. Op 6 en 7 juni werden bijna 1300 Joodse kinderen en hun ouders gedeporteerd naar Westerbork. Heel zieke of verzwakte kinderen, zoals Machiel, mochten daar toen nog een poosje blijven, maar de rest ging vrijwel meteen door naar vernietigingskamp Sobibor. Deze dramatische gebeurtenis staat bekend als het Kindertransport uit Vught.

Het SS-concentratiekamp Vught, geopend in januari 1943, was ten tijde van het beruchte Kindertransport krap een half jaar in bedrijf. Het bestond uit twee delen: het Judendurchgangslager (voor de Joodse gezinnen) en het Schutzhaftlager (voor de andere gevangenen). In het begin werden alleen de Joodse mannen en vrouwen van elkaar gescheiden; jongens van tien jaar en ouder verbleven bij hun vader, alle andere kinderen bleven bij de moeder. Met de komst van speciale kinderbarakken veranderde deze situatie en werden de kinderen gescheiden van de ouders. Alleen de allerkleinsten hoefden niet weg bij hun moeder, maar verder kregen de jongens en meisjes per leeftijdsgroep een eigen barak toegewezen. Op zich al een bittere tegenslag voor de gezinnen, maar wat alles nog erger maakte waren de barre leefomstandigheden in het kamp.

Nu is het leven in een concentratiekamp per definitie geen pretje, maar door het meedogenloze SS-regime waren de omstandigheden in kamp Vught net even wat beroerder dan in bijvoorbeeld Westerbork. Door slechte voorzieningen op het gebied van o.a. voedsel, schoon (drink)water en hygiëne kregen allerlei ziektes vrij spel en het waren vooral de kinderen, de meest kwetsbaren, die hieronder te lijden hadden. De chaos die zo ontstond in het kamp is er waarschijnlijk de oorzaak van geweest dat er besloten werd om alle kinderen in één keer te deporteren. Een drastische maatregel; iedereen die jonger was dan zestien jaar moest eraan geloven. Hun moeders - en soms de vaders - mochten mee. Dit deden de ouders massaal, want niemand liet zijn of haar kind alleen vertrekken. Er werd gezegd dat de kinderen naar een speciaal kinderkamp in de buurt zouden gaan, maar veel mensen zullen ongetwijfeld een voorgevoel hebben gehad dat de reis wel eens veel langer zou kunnen duren.

De volgepakte treinen die op 6 en 7 juni Vught verlieten gingen inderdaad niet naar een kinderkamp maar naar Westerbork, waar bijna de hele groep – ruim 3000 personen, aangevuld met een kleine honderd andere gevangenen uit Westerbork - op dinsdagavond 8 juni in één lange trein op transport werd gezet naar Sobibor in Oost-Polen. Daar kwamen ze drie dagen later aan. In dit vernietigingskamp, waar in totaal zo’n 170.000 Joden zijn vermoord, hadden de ouders en hun kinderen geen enkele kans. Nagenoeg iedereen die hier uit de trein stapte ging rechtstreeks door naar de gaskamers. De datum 11 juni 1943 wordt dan ook officieel gehanteerd als de overlijdensdag van alle slachtoffers van dit transport.

Elk jaar nog wordt rond 6 juni in Nationaal Monument Kamp Vught het Kindertransport herdacht, maar het Verzetsmuseum in Amsterdam besteedt momenteel speciale aandacht aan deze gebeurtenis door middel van een uitvoerige tentoonstelling die de toepasselijke titel “Alle kinderen, ze zijn weg” heeft gekregen. Het is een aangrijpende ervaring om als bezoeker een indruk te krijgen van die turbulente dagen in juni 1943. Aan de hand van verslagen van ooggetuigen, die tot ons zijn gekomen via bijvoorbeeld dagboekfragmenten of brieven, beleef je stap voor stap de angst, onmacht en paniek van de betrokkenen. Ook de vele persoonlijke verhalen over de slachtoffers, zoals de tragische geschiedenis van Machiel Prins, gaan je niet in de koude kleren zitten. Indrukwekkend is de muur waarop de namen van 1269 kinderen te lezen zijn; dit zijn de kinderen waarvan we zeker weten dat zij op 6 en 7 juni 1943 uit Vught werden weggevoerd en zijn vermoord in vernietigingskampen of overleden in Westerbork. Van slechts 160 kinderen is de naam op de muur voorzien van een foto; het museum hoopt door deze expositie meer foto’s te verzamelen, opdat meer slachtoffertjes een gezicht krijgen.

“Alle kinderen, ze zijn weg” is een tentoonstelling die je eigenlijk niet wilt zien, maar tegelijkertijd zou iedereen verplicht moeten worden om te gaan kijken. Het is een verhaal dat zich in Nederland heeft afgespeeld, een verhaal dat een gruwelijk onderdeel is van onze geschiedenis, een verhaal dat verteld moet worden. Laten we er stil bij staan en er lering uit trekken.

De expositie is nog t/m 31 augustus te zien in het Verzetsmuseum te Amsterdam, tegenover Artis. Voor meer informatie kijkt u hier: http://www.verzetsmuseum.org/museum/nl/exposities/verwacht-alle-kinderen-ze-zijn-weg.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten