1. Home
  2. Achilleshiel Europees sociaal-democratisch model: onbeheersbare schuldenlast

Achilleshiel Europees sociaal-democratisch model: onbeheersbare schuldenlast

Geen categorie21 apr 2012, 16:30
Waarschijnlijk zullen weinigen zich herinneren dat de EU ruim tien jaar geleden blaakte van optmisme en zelfvertrouwen. Wat een verschil met nu!
In maart 2000 zetten onze politieke leiders hun handtekening onder de verklaring van Lissabon. In juni 2003 schreef ik daarover:
In de euforie van de 'nieuwe economie' verklaarden de regeringsleiders op de Europese Top te Lissabon (in maart 2000) dat Europa zich binnen tien jaar tijd tot de meest competitieve en dynamische economie van de wereld zou dienen te ontwikkelen met een duurzame economische groei van 3% per jaar, met meer en betere banen en meer sociale cohesie. Vooral vanwege het laatste werd deze cocktail ook wel aangeduid als 'kapitalisme met een menselijk gezicht'.
Thans, ruim drie jaar later, is duidelijk dat hier niets van terecht komt. Het Europese economische landschap biedt een trieste aanblik. Er is nauwelijks nog enige groei en de werkloosheid loopt snel op. In de economisch belangrijkste Europese landen, zoals Duitsland en Frankrijk, overschrijden de overheidstekorten het maximale toegestane percentage van 3% dat is vastgelegd in het Stabiliteitspact van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Kortom, Europa blijkt nog steeds aan hardnekkige 'Eurosclerose' te lijden.
Daarna is het op en af gegaan met de Europese economie. Maar nu is er weer een dieptepunt met de kredietcrisis. Waarschijnlijk zullen velen denken dat we die moeten uitzitten en dat we dan op de oude voet verder kunnen gaan. Dat is – helaas –  toch niet erg waarschijnlijk.
Onze linkse vrienden hebben zo hun eigen opvattingen over de remedie die ons weer economisch herstel zal kunnen opleveren. Zij vinden de terugdringing van het begrotingstekort, overeenkomstig de Europese afspraken, waar Nederland een groot voorstander van is, te ver gaan en pleiten voor afremming. Daaraan is het risico verbonden dat de staatsschuld, uitgedrukt in een percentage van het BBP (dat groeit dan wel daalt door de som van positieve/negatieve reële groei en inflatie) verder stijgt, dan wel minder daalt dan wenselijk is om Griekse toestanden te voorkomen. Economen hebben altijd nog de stille hoop dat de economie zich door groei aan de eigen haren uit het schuldenmoeras weet te trekken. Maar door tal van oorzaken - vooral groeivernietigend overheidsbeleid - is het groeigenererend vermogen van onze economieën ernstig aangetast. De 3% die destijds als normaal werd gezien, lijkt thans een fata morgana.
De huidige onderhandelingen in het Catshuis gaan over een structurele uitgavenvermindering van zo'n 18 miljard per jaar. Maar in de boze buitenwereld duiken steeds weer nieuwe dreigingen op, waardoor dit streefcijfer wellicht al ontoereikend zal zijn geworden nog voordat de inkt van het bezuinigingspakket is opgedroogd. De bedragen die nodig zijn om Griekenland overeind te houden, worden steeds naar boven bijgesteld, terwijl de berichten over de economische ontwikkeling in Spanje, Italië, Portugal en zelfs Frankrijk bepaald geen aanleiding geven tot optimisme.
Het lijkt erop dat de overheidsschulden geen voorbijgaand probleem zijn, maar de Achilleshiel van het Europese sociaal-democratische model, waaraan het zal bezwijken. De ambities waarbij dit systeem ruim tien jaar geleden in Lissabon met zo veel fanfare als een rolmodel voor de wereld werd gepresenteerd, zijn vervlogen. Thans rest slechts dweilen met de kraan open.
Maar het Amerikaanse model is geen alternatief. Ook dat model dreigt onder de hoge schuldenlast te bezwijken. Was 'big government' traditioneel altijd het stokpaardje van de Democraten, ook de Republikeinen waren niet in staat een halt toe te roepen aan de steeds uitdijende macht van de staatsmoloch.
Economische instituties als het IMF en het CPB, die nog steeds de restjes van de intellectuele erfenis van Keynes niet uit hun genen hebben weten weg te zuiveren, bepleiten matiging van de bezuinigingen. Maar we zullen toch ééns moeten doorpakken. Waarom dan niet nu in plaats van later, wanneer de problemen ongetwijfeld nóg groter zijn geworden? Ergens dient men toch een streep te trekken.
Het is met bezuinigen net als met Sint Augustinus, die in de vroege, losbandige periode van zijn leven placht te bidden tot de Heer: 'Da mihi castitatem et continentiam, sed noli modo.' (Geef mij kuisheid en onthouding, maar doe het niet meteen!).
Als econoom die eveneens in de Keynesiaanse traditie is opgeleid, zou ik zeer wel in staat zijn om op basis van theoretische macro-economische overwegingen en modellen haarfijn uit te leggen dat vertraging van de bezuinigingen de juiste weg is. Maar het vervelende van dit soort sofisme is dat de economische werkelijkheid niet wil meewerken. Mijn ervaring is dat velen van buiten de economische professie dit altijd beter hebben begrepen dan vele van mijn vakbroeders. [De parallellen met de klimatologie zijn frappant, zoals mijn trouwe lezers inmiddels zal zijn opgevallen.]
Friedrich von Hayek heeft dit ooit eens prachtig verwoord:
The whole theory underlying the full employment policies has by now of course been thoroughly discredited by the experience of the last few years. In consequence the economists are also beginning to discover its fatal intellectual defects which they ought to have seen all along. Yet I fear the theory will still give us a lot of trouble: it has left us with a lost generation of economists who have learnt nothing else. One of our chief problems will be to protect our money against those economists who will continue to offer their quack remedies, the short-term effectiveness of which will continue to ensure them popularity. It will survive among blind doctrinaires who have always been convinced that they have the key to salvation.
Dit citaat stamt uit 1976. Het waren profetische woorden.
Economen uit de Oostenrijkse School (zoals Ludwig von Mises en Friederich von Hayek) hebben altijd gewaarschuwd dat door een beleid van voortdurende overheidstekorten en te ruime monetaire grenzen ons economisch model zou worden verzwolgen door een vloedgolf van rode inkt. Maar voor de politiek waren alternatieve opvattingen van economen die daar minder zwaar aan tilden, natuurlijk aantrekkelijker. In een democratie winnen partijen die de meeste leuke dingen voor de mensen beloven, nu eenmaal vaak de verkiezingen. En het is prettig als zij economen kunnen vinden die bereid zijn wetenschappelijke legitimatie te verlenen aan hun mooie plannetjes. 
Maar nu komt boontje om zijn loontje. Het wordt weer ouderwets puin ruimen.
Voor mijn eerdere DDS-bijdragen, zie:
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten