Dorenbos heeft een punt met zijn "abortusholocaust".
De nieuwe actie van de voorman van anti-abortusclub 'Schreeuw om Leven', Bert Dorenbos, heeft
het nodige stof doen opwaaien. In zijn
film Evolutie, Auschwitz en Abortus bezaait hij Auschwitz met plastic foetuspoppetjes. De boodschap die hij wil uitdragen is duidelijk: wij ontdoen ons vandaag de dag net zo gemakkelijk van ongeboren kinderen als de nazi's destijds van de joden. Dorenbos heeft een punt, ook al sluiten we hier liever de ogen voor.
Het is niet de eerste keer dat Dorenbos op een radicale manier mensen uit de droom helpt.
Eerder bezaaide hij het Plein in Den Haag met 30.000 plastic foetussen en dreigde hij dergelijke foetussen huis-aan-huis te verspreiden. Hij strijdt hiermee tegen het hedendaagse beeld van abortus als een soort pil+. Een beeld dat de gemiddelde arts maar al te graag in ere houdt.
Ook de nieuwe film draait niet om de hete brij heen. Met de vergelijking tussen de Holocaust en abortus presenteert hij abortus net als Auschwitz als een vorm van eugenetica. Met beide praktijken worden we verlost van 'ongewenste levensvormen'.
In die zin is de vergelijking zo slecht nog niet. Abortus máákt vrij. Vrij van een ongewenste inbreuk op je eigen leven zoals je dat voor ogen had. Je wilde nog een paar jaar zorgeloos studeren/ erop los leven/ anderszins kinderloos doorbrengen? Of je hebt liever geen kindje met (kans op) een afwijking? Gelukkig is daar de abortusarts met de oplossing.
De film van Dorenbos is smakeloos gruwelijk. Maar kennelijk is een dergelijk radicale actie nodig om nog enigzins discussie over abortus op gang te brengen. Dat wij ons met het grootste gemak en vol vanzelfsprekendheid van ongewenste levens ontdoen, is immers de gruwelijke werkelijkheid van vandaag.