screenshot 2025 02 19 at 102829jpg

Van Jezus tot nu: De oorsprong van de Katholieke Kerk ontrafeld

Cultuur19 feb , 11:30

Katholieken zeggen vaak trots dat de katholieke kerk teruggaat tot Jezus zelf. Maar klopt dat wel, vragen veel mensen zich vaak af? Is de Rooms-Katholieke Kerk écht gesticht door Jezus, of is dat een verhaal dat door de eeuwen heen mooier is gemaakt? Laten we de geschiedenis induiken en kijken wat er van waar is.

De start in de 1e eeuw: Jezus en Petrus

Het begint in de 1e eeuw na Christus, rond 30-33 na Christus, met Jezus en zijn volgelingen. Volgens de katholieke traditie gaf Jezus aan Petrus – zijn apostel – de sleutels van het koninkrijk, met die beroemde woorden: “Jij bent Petrus, en op deze rots zal ik mijn kerk bouwen” (Mattheüs 16:18).

Katholieken zien dit als het startschot: Petrus werd de eerste bisschop van Rome, en daarmee de eerste paus.

Historisch gezien weten we dat Petrus inderdaad in Rome was en daar rond 64-67 na Christus stierf als martelaar. Ook Paulus, een andere sleutelfiguur, was actief in die tijd en liet brieven achter aan vroege christelijke gemeenschappen, zoals die in Rome en Korinthe.

Er bestaat geen twijfel over dat deze twee personen bestonden en actief waren, en de dingen geloofden die de katholieke kerk zegt die zij geloofden. Zij zijn geen mythes.

Hoe zag de vroege kerk eruit?

In die eerste eeuw was de kerk nog geen grote organisatie met kathedralen en pausen in gouden gewaden. Het waren kleine gemeenschappen, geleid door bisschoppen, die samenkwamen om te bidden en het brood te breken – de eucharistie, een ritueel dat vandaag nog centraal staat in de katholieke mis.

Teksten zoals de Didache, een soort handleiding uit de late 1e eeuw, laten zien dat deze praktijken al vroeg bestonden. En rond 107 na Christus gebruikt Ignatius van Antiochië het woord “katholiek” – universeel – om deze groeiende beweging te beschrijven. Dat is geen latere uitvinding, maar een direct lijntje naar die begintijd.

Eucharistie

De eucharistie, het breken van brood en drinken van wijn, was al in de 1e eeuw een kern van het christelijk geloof. Volgens de brieven van Paulus (1 Korintiërs 11:23-25) en de evangeliën herhaalde Jezus bij het Laatste Avondmaal: “Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed.”

Vroege christenen kwamen samen in huizen, deelden brood en wijn in eenvoudige maaltijden, en zagen dit als een directe verbinding met Christus’ offer. Teksten zoals de Didache (ca. 90 na Christus) beschrijven het als een dankzegging en een heilig moment, met gebeden die lijken op latere liturgieën. Ze geloofden dat Jezus echt aanwezig was in deze viering, een idee dat al vroeg wortelde.

De moderne Katholieke Kerk bouwt hierop voort: de eucharistie is een sacrament waarin, volgens de catechismus, brood en wijn daadwerkelijk veranderen in het lichaam en bloed van Christus – een leer die transsubstantiatie heet en bewezen teruggaat tot de vroege jaren van het Christendom.

Van simpele bijeenkomsten tot de mis van nu, de draad blijft dezelfde: een levende link met die 1e-eeuwse maaltijd. De Eucharistie, de Dankzegging.

Veranderde de kerk door de eeuwen heen?

Toch kun je je afvragen: is dat dezelfde kerk als nu? Critici zeggen dat de Katholieke Kerk zoals wij die kennen – met haar pauselijke macht en concilies – pas later vorm kreeg. Keizer Constantijn, die in 313 het christendom legaliseerde met het Edict van Milaan, speelde een grote rol. Hij riep in 325 het Concilie van Nicea bijeen, waar belangrijke geloofspunten zoals de goddelijkheid van Jezus werden vastgelegd.

Maar Constantijn stichtte de kerk niet; hij gaf haar een flinke duw in de rug. Voor die tijd was ze al alive and kicking, zij het ondergronds en vaak vervolgd.

De verering van heiligen: een vroege traditie?

De verering van heiligen is een kenmerkend aspect van de katholieke traditie, maar gaat dat ook terug tot de vroegste dagen van de kerk? Ja, daar is bewijs voor. Al in de 2e eeuw na Christus zien we dat christenen martelaren vereerden als bijzondere getuigen van het geloof.

Een bekend voorbeeld is de Marteldood van Polycarpus (ca. 155 na Christus), waarin gelovigen de relieken van deze bisschop verzamelden na zijn executie, omdat ze hem zagen als een heilige die nu bij God was. Ook in de catacomben van Rome, zoals die van San Callisto, vinden we inscripties en schilderingen uit de 2e en 3e eeuw die verwijzen naar gebeden tot martelaren, zoals “Petrus, bid voor ons.”

Dit laat zien dat de vroege kerk heiligen niet alleen herdacht, maar ook aanriep voor voorspraak – een praktijk die in de eeuwen daarna verder vorm kreeg. Hoewel het toen nog geen officiële heiligverklaringen betrof zoals nu, ligt de kiem van deze verering duidelijk in de 1e-eeuwse overtuiging dat de gestorven rechtvaardigen dicht bij God waren.

Dus, terug tot Jezus?

Dus, terug naar de vraag: dateert de Katholieke Kerk uit de tijd van Jezus? Ja, als je kijkt naar de historische feiten, is er een directe band met de 1e eeuw. Petrus, Paulus, Clement van Rome – allemaal figuren die de fakkel doorgaven. De katholieke claim dat de kerk door Jezus zelf is gesticht, rust op die apostolische lijn én op hun geloof dat de Heilige Geest het geheel stuurde.

Natuurlijk groeide en veranderde de kerk door de eeuwen heen, zoals een boom uit een zaadje. Maar dat zaadje? Dat werd geplant in de 1e eeuw, door Jezus en zijn eerste volgelingen. Het bewijs hiervoor is duidelijk en overtuigend - zéker als je het vergelijkt met andere kennis die we over de antieke tijd hebben, en die we als 'waar' accepteren.

Conclusie: geloof en geschiedenis hand in hand

Voor gelovigen is dat genoeg om te zeggen: “Ja, dit is Zijn kerk.” Voor niet-gelovige historici is het een fascinerend verhaal van continuïteit, met wortels die onmiskenbaar teruglopen naar het begin van het christendom. Wat je ook gelooft, die directe link met de 1e eeuw staat als een huis.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten