Coalitie weigert onderhandelingen met Richard de Mos: Een klap in het gezicht van Haagse democratie

Drie weken geleden werden Richard de Mos en zijn medestander Rachid Guernaoui, samen met zes andere verdachten, vrijgesproken van beschuldigingen van omkoping, corruptie en deelname aan een criminele organisatie. Dit zou reden genoeg moeten zijn voor de andere politieke partijen om de hand uit te steken naar De Mos en zijn partij. Maar in plaats daarvan blijven ze vasthouden aan een onverzettelijke houding van uitsluiting en minachting.

Het is ronduit belachelijk dat de coalitie beweert dat er te veel kapot is gegaan om nog te kunnen onderhandelen met De Mos. Deze verklaring getuigt van een schrijnend gebrek aan respect voor de rechtspraak en voor het feit dat de aanklachten tegen hem en zijn partij zijn verworpen. Het is onaanvaardbaar dat politieke rivaliteit en persoonlijke animositeit de boventoon voeren boven het belang van het democratische proces en het vertegenwoordigen van de kiezers.

Richard de Mos heeft terecht geëist dat zijn partij een plek krijgt in het huidige college. Er hoeft niemand plaats te maken, er is genoeg ruimte voor iedereen. Het is een fundamenteel recht voor een gekozen politicus en zijn partij om deel te nemen aan het bestuur van de stad waarvoor zij zijn verkozen. Het is niet aan de andere partijen om dit recht te ontnemen op basis van persoonlijke vetes en politiek opportunisme.

Deze houding van de coalitie is niet alleen een belediging voor Richard de Mos en Hart voor Den Haag, maar ook voor de duizenden kiezers die op hen hebben gestemd. Het is een flagrante minachting voor het democratische proces en een poging om de wil van de kiezers te negeren. De coalitiepartijen moeten zich schamen voor hun gebrek aan integriteit en respect voor de democratische waarden waarop onze samenleving rust.

HP/De Tijd-columnist Ton F. van Dijk heeft het bij het rechte eind wanneer hij tweet dat de coalitie een historische verkiezingsnederlaag aan het organiseren is. De kiezers zullen niet vergeten hoe De Mos en zijn partij zijn behandeld, en bij de volgende verkiezingen zullen zij hun ongenoegen laten blijken.