Frits Bosch schrijft deze zomer een feuilleton over hoe het zo faliekant mis kon gaan met de PvdA, ooit één van Neerlands grootste partijen en nu onbetekenend wegkwijnend in de oppositie. Vandaag deel 3: hoe de Nieuw Links-beweging de partij op het revolutionaire spoor zette, die sindsdien niet meer is weggegaan en eindigde met ‘Als je Thierry dood wilt zeg dan paf...’.
De PvdA wil afstand nemen van het liberale denken. Maar de partij heeft nog geen goed verhaal. Enkel afstand nemen van het liberale gedachtegoed is wel erg mager. Hoe is het gekomen dat de ooit machtige sociaal-democraten zo in de lappenmand verkeren? Introspectie is geen sterk punt van de PvdA. Frits Bosch gaat de partij hierbij helpen en duikt in hun interessante geschiedenis in een aantal afleveringen.
Nieuw Links, hosanna voor de DDR en de Culturele Revolutie
Globalisering werd stevig omarmd. PvdA kwam steeds verder af te staan van de eigen achterban en de partij keerde zich tegen hen. In feite kan gesteld worden dat in 1966 met de komst van Nieuw Links de kiem gelegd werd voor de afstraffing die de partij in 2017 uiteindelijk zou ondergaan. Nieuw Links sloeg aan: de optiek van de PvdA verschoof van ‘benauwde en kortzichtige’ binnenlandse belangen naar belangen van onze medemens in het buitenland: “wij hebben het immers hier zo goed en zij zo slecht” was het motto. Voortaan was de rode kleur van de PvdA gekoppeld aan de ontwikkelingsproblematiek, de onvoorwaardelijke steun aan de armen aldaar en steun aan de Europese integratie.
De tien programmapunten van Nieuw Links zoals in Tien over Rood:
Deze tien programmapunten zijn trots gepresenteerd. Kenmerkend is dat er vrijwel niets van terecht is gekomen en dat de punten nu volslagen absurd overkomen.
Wat was het gevolg van Nieuw Links?
Hoe stupide het gedachtegoed van Nieuw Links ook moge zijn, de partij schoof op naar wat voortaan links werd genoemd. Als je zelf zo naar links opschuift, komen andere partijen vanzelf meer rechts van je te liggen. Dan kan het verketteren beginnen, want Nieuw Links heeft het licht gezien. Tot midden jaren zestig waren sociaal-democraten begaan met het lot van hun doelgroep, de arbeiders, ‘eigen volk’. Zij werden immers onderdrukt en waren slachtoffer van het kapitalistisch systeem. Maar de voorspelde marxistische ‘Verelendung’ trad niet op. Integendeel, de arbeiders verburgerlijkten. Links Nederland, ‘regenten’ genoemd, was daarover eigenlijk teleurgesteld. Ze noemden arbeiders ‘klootjesvolk’ en ‘patatgeneratie’.
De verzorgingsstaat was afgebouwd, dus ging links op zoek naar een nieuwe doelgroep. ‘Nieuw Links’ meende die doelgroep in 1966 gevonden te hebben in onderdrukten in het buitenland. ‘Internationale solidariteit’ was het modewoord. Ontwikkelingssamenwerking kwam in zwang. Nederland werd kampioen ontwikkelingsgeld, percentueel over het bruto nationaal product, terwijl later bleek dat dit geld averechts uitpakte.
DDR, Cuba, China en Sovjet Unie werden hét voorbeeld. ‘Links’ werd geherdefinieerd: ‘links’ had een economische connotatie, maar kreeg voortaan een multiculturele connotatie: cultureel marxisme. Wit is schuldig, het Westen is abject, afkeer van de natiestaat, verheerlijking van de Derde Wereld, negatief over christendom, moslims zijn de nieuwe joden. Ieder die kritiek heeft op islam is islamafoob. Ook al zijn er nog zoveel aanslagen onder het uitroepen van ‘Allahu Akbar’, ‘het heeft niets met islam te maken’. Opvallend is dat oprecht linkse mensen die na studie over deze religie islamofoob worden genoemd. Ze verliezen hun vrienden die over deze religie niets weten.
Het spel wordt hard gespeeld door Nieuw Links, op weg naar de utopie, de ‘maakbare samenleving’. Rechts werd voortaan ‘radicaal rechts’ en ‘extreem rechts’ genoemd. Tegenspraak wordt niet langer geduld, tot en met intolerant, het begin van de afrekencultuur. Op de Universiteit van Amsterdam maak ik van dichtbij mee dat gelauwerd politicoloog prof. Daudt wordt gemaltraiteerd door zijn studenten. In mijn studententijd (eind jaren zestig, eerste helft jaren zeventig) bestond het curriculum economie en sociologie bol van het verplichte marxisme. Een marxistisch bevlogen medestudent voegde mij toe quasi grappig toe ”als je het niet met me eens bent sla ik je op je bek.”
Dat was de revolutionaire sfeer in die tijd en die trend heeft zich doorgezet. Hoe het met oud-DS'70'er Hans Janmaat en oud-PvdA’er Pim Fortuyn veel later is afgelopen, is bekend. ‘Als je Thierry dood wilt zeg dan paf...’ De antifascisten werden fascisten.
Deel 1 en 2 van de feuilleton zijn hier te lezen.
Frits Bosch, auteur van “Risico als obsessie”, “Dat is het risico”, “Wereld op een keerpunt” “Onbehagen bij de elite”, “Schaft ook Nederland zich af?” en “Feminisme op de werkvloer”.