Frits Bosch schrijft deze zomer een feuilleton over hoe het zo faliekant mis kon gaan met de PvdA, ooit één van Neerlands grootste partijen en nu onbetekenend wegkwijnend in de oppositie. Vandaag deel 5: hoe de anti-kapitalistische indoctrinatie veel kapotmaakte, en zelfs tot terrorisme leidde. Een enorme "schijnvertoning," aldus Frits. De PvdA wil afstand nemen van het liberale denken. Maar de partij heeft nog geen goed verhaal. Enkel afstand nemen van het liberale gedachtegoed is wel erg mager. Hoe is het gekomen dat de ooit machtige sociaal democraten zo in de lappenmand verkeren? Introspectie is geen sterk punt van de PvdA. Frits Bosch gaat de partij hierbij helpen en duikt in hun interessante geschiedenis in een aantal afleveringen. Vandaag deel 5: indoctrinatie.
De ‘lange mars door de instituties’
De verschuiving van links naar 'nieuw links' eind jaren zestig, begin jaren zeventig is in het Westen aangejaagd door marxisten in de studentenbeweging. Bon ton worden geloofsartikelen als ‘wit is schuldig’, ‘het Westen is abject’, afkeer van de natiestaat, verheerlijking van de Derde Wereld, negatief over christendom, ‘vrouwen worden geknecht en moeten strijden tegen onderdrukking’. De studenten van toen, de toekomstige elite, werden cultureel links, maar economisch rechts. Ze gaan reizen naar Azië en Amerika. In hun werkkring wordt het ‘links lullen, rechts vullen’. Cultuurmarxisme smeult en heeft zich zodanig ingebed in de hoofden dat het amper als marxisme herkenbaar is.
De rigiditeit leidt tot gewelddadigheid met vrouwen in een gelijkwaardige en stuwende positie. Italië kent de terreur van de Rode Brigade, opgericht door Renato Curcio. Margherita Cagol (1945-1975) was getrouwd met Curcio. In Duitsland treden vrouwen prominent gewelddadig op in de RAF: Ulrike Meinhof, Gudrun Ensslin en Irmgard Möller naast Andreas Baader en Horst Mahler.
Adrienne Gershäuser staat in 2007 terecht, na twintig jaar te zijn ondergedoken. Aan de rechter geeft ze toe lid te zijn geweest van de feministische strijdgroep Rote Zora, de laatst overgebleven militante linkse groep in Duitsland. De groepering is in de jaren zeventig opgericht en strijdt tegen de onderdrukking van de vrouw. Dat gebeurt met aanslagen tegen 'patriarchale' instellingen die 'schuld' zouden hebben aan de zwakke positie van de vrouw en dat ging van seksshops tot ambassades en kledingfabrieken. Gershäuser zegt tegen de rechter dat ze aan aanslagen over heel Duitsland heeft deelgenomen. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw vindt cultuurmarxistische indoctrinatie plaats via de ‘lange mars langs de instituties’, zoals Rudi Dutschke, ‘Roter Rudi’, het noemde.
Er wordt nog steeds ‘gemarcheerd’ in de media, de ambtenarij, de instellingen, de universiteiten en het bedrijfsleven. Identiteitspolitiek is een hype, een vorm van ideologische groepsdwang. Mensen maken deel uit van een collectief en ze komen daar door de indoctrinatie zelden meer uit. Men is onderdrukker of men wordt onderdrukt. Je kunt je niet onttrekken aan de groepsidentiteit. Identiteitspolitiek is te omschrijven als het denken in groepsidentiteiten op basis van geslacht, etniciteit, religie en afkomst. Deze denkrichting raakt ingeburgerd als begrip ter aanduiding van de positie van deze identiteiten in organisaties. Het uitgangspunt is niet om zoveel mogelijk gelijke kansen te creëren, maar om gelijke uitkomsten te forceren. Het is herkenbaar in discussies over feminisme, #MeToo, moslims, zwart-wit-zand kleurig, slavernij, witte schuld en ‘white privilege’. Sommigen maakten goede sier door op de prestatiecultuur en het kapitalisme af te geven. Feministen realiseren zich echter niet (of ze willen dat niet) dat kapitalisme voor vrouwen een bevrijdende kracht is geweest en nog steeds is.
Uiteindelijk lijkt het feministisch verzet tegen het vigerende systeem van de jaren zestig van de twintigste eeuw een schijnvertoning. Dé grote sociale omwenteling van die periode is de zegetocht van het kapitalisme en individualisme. Door de welvaartstoename kan men eigen keuzes maken en zich ontplooien. Vrouwen en mannen kunnen binnen de verzorgingsstaat een eigen bestaan opbouwen. Vrouwen zijn verlost van het aanrecht en kunnen meer aandacht schenken aan de opvoeding van de kinderen. Dit met onuitgesproken dank aan de vermaledijde prestatiecultuur en kapitalisme.
Delen
1,
2,
3 en
4 van de feuilleton zijn hier te lezen.