Rachid Oucharia is secretaris van de Imam Malik moskee te Leiden en ziet in de nieuwe wet Gezichtsbedekkende kleding, ook wel het 'boerkaverbod' genoemd, vergelijkingen met de Holocaust, de massamoord op miljoenen joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het meest opmerkelijk is dat de wet echter geen melding maakt van het woord 'boerka' of 'moslims', dus waar heeft hij het over? Het is werkelijk waar om te janken, maar Oucharia 'oeh sharia' doet het toch echt: hij vergelijkt
de nieuwe normen vanuit de Rijksoverheid, dat Nederlanders herkenbaar over straat gaan, met de aanvang van genocide! Bizar! Niet dat ik zit te wachten op wetgeving van kledingvoorschriften, maar de uitspraak van de secretaris van de moskee is om onpasselijk van te worden.
Nu zou hij kunnen reageren met de tegenwerping dat het simpelweg de intentie is om de boerka van de straat te krijgen. Dat is het deels ook, maar dat is iets anders dan een aanval op een bevolkingsgroep en dit als aanvang van een genocide zien. De wet draait erom dat we elkaar fatsoenlijk kunnen begroeten op straat, meer niet. Dat hoort bij een open samenleving en het is gewoonweg sneu dat daar een wet voor nodig is.
Oucharia verwisselt waarschijnlijk het publieke debat over de implicaties van de wet voor de boerka in de openbare ruimte met de daadwerkelijke wet. Zijn perceptie laat dus te wensen over. Verder is het volstrekt logisch dat Nederlanders het onprettig vinden om met boerka's te worden geconfronteerd, nu we het er toch over hebben. Het is ook zeker niet hét normaal in de islamitische wereld.