De Raad voor Cultuur, de minst nuttige adviesraad voor de regering, heeft weer wat vers advies gegeven. Zoals we kennen van de huidige tijdgeest wordt diversiteit en inclusiviteit weer breed uitgedragen. De regering moet volgens de Raad voor Cultuur meer gaan subsidiëren volgens diversiteitsquota en diversiteit aangaande culturele achtergrond. Met dit advies heeft de Raad zichzelf opgeheven en onnuttig verklaard. Een blamage voor de kunstwereld. -Herzie de subsidiesystematiek zodanig dat deze inclusiever wordt en ruimte biedt aan instellingen en makers met een cultureel diverse achtergrond, of aan makers en instellingen die werken vanuit nieuwe disciplines.
– Beoordeel bij subsidieaanvragen de implementatie van de Code Culturele Diversiteit even streng als de andere onderdelen van het beleidsplan. Een negatieve beoordeling is grond om een aanvraag af te wijzen.
–Onderzoek de effectiviteit van een quotum voor culturele diversiteit bij theaterorganisaties, om diversiteit voor en achter de schermen te bevorderen.
Als ik dit lees dan krijg ik er de kriebels van. Het is de artistieke vrijheid ondermijnen en beperken. Het is de creativiteit vernietigen en vervangen door een set van criteria en dwangmatige suggesties. Op het moment dat de regering zich bemoeit met cultuur en cultuursubsidies, wordt de cultuursector gepolitiseerd. Het gaat er dan om wat de overheid wel of niet goed vindt. Wat een groepje ambtenaren wel of niet goedkeuren. Het gaat niet meer om de schoonheid, diepgang en inhoud van stukken en ideeën. Het gaat dan alleen nog maar om culturele- en sociale sturing. Ik weet wel wie daarmee begonnen zijn: de
Nazi's.
Het grappige is nog wel dat later dit als advies gegeven wordt:
-Stel instellingen beter in staat zich te profileren, ga uit van de maakbehoefte en niet van maakdwang.
Nou, chapeau! De Raad voor Cultuur heeft het voor elkaar om in een aantal pagina's een fascistoïde
dwang- en reguleringsstructuur te adviseren met betrekking tot de vorm en inhoud van culturele groepen en ook nog eens zichzelf tegen te spreken. Opdoeken deze instelling. Laat de
kunst- en cultuursector met rust en hoogstwaarschijnlijk komt dan weer naar boven waar kunst echt voor bedoeld is: diepgang en schoonheid.