Mama en papa moeten aan het werk. Of anders.
Gezinnen met één inkomen zijn de afgelopen jaren veel zwaarder belast dan tweeverdieners. Hoewel het kabinet-Rutte III zegt dat het deze ontwikkeling wil afremmen
laat het CPB weten dat de trend zich op lange termijn toch doorzet. Eenverdieners wordt het leven onmogelijk gemaakt. Mama en papa
moeten aan het werk. Doen ze dat niet, dan worden zij en de kids veroordeeld tot pure armoede. En dat komt door de overheid, die hen voortdurend uitknijpt.
Eenverdieners hebben, in verhouding tot stellen die samen een inkomen bij elkaar verdienen, steeds minder geld. Belastingen en toeslagen bevoordelen de tweeverdieners. De kloof met eenverdieners wordt groter, concludeert het Centraal Planbureau in een onderzoek dat vandaag naar buiten komt.
Onderzoeker Egbert Jongen van het CPB heeft berekend dat tweeverdieners én eenverdieners met een inkomen van 50.000 euro een belastingdruk hadden van 28 procent in 2005. Maar vorig jaar was er een verschil meetbaar van 5 procentpunt tussen die twee groepen. Een eenverdiener die 50.000 euro verdiende moest 5 procentpunt meer belasting betalen dan een stel dat hetzelfde bedrag verdiende (31 procent tegenover 26 procent).
En nu komt het: als er niet hard wordt ingegrepen groeit deze kloof in 2030 naar 7 procenpunt, namelijk 32 procent voor eenverdieners en 25 procent voor tweeverdieners.
Het verschil tussen een- en tweeverdieners is nergens in de Oeso, de groep ontwikkelde industrielanden, zo groot als in Nederland. Nu al. En dat verschil wordt dus alleen maar groter.
Het is dieptriest. Mannen en vrouwen, moeders en vaders, worden gedwongen om allebei te werken, zelfs als één van de twee liever thuisblijft. En dat komt niet doordat werkgevers niet mee willen werken, maar omdat de overheid eenverdieners actief bestraft.