Een paar tweets, een stel Kamervragen, en opeens komt de regering in actie.
Dit is dus waarom wij die de politiek op de voet volgen zo positief zijn over CDA Kamerlid Pieter Omtzigt. Toen hij las op de website van de BBC dat een project dat bedoeld was om de Syrische politie te ondersteunen maar al te vaak uitmondt in steun voor islamistische extremisten greep hij meteen in. Niet alleen het Verenigd Koninkrijk was bij dat project betrokken, maar Nederland ook. En dus wilde hij dat de regering iets deed.
https://twitter.com/pieteromtzigt/status/938100818464604160
Vervolgens stelde hij samen met partijgenoot Martijn van Helvert vragen aan de minister van Buitenlandse Zaken over deze materie:
https://twitter.com/pieteromtzigt/status/938098889290338305
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de miljoenensteun aan een hulpproject in Syrië voorlopig stilgezet uit vrees dat een deel van het geld bij extremistische strijdgroepen is beland. Het gaat om 12,5 miljoen euro, waarmee onder meer een Syrische politiemacht is opgezet.
De politiemacht die hiermee gesteund werd is natuurlijk niet van Assad, maar van de 'oppositie.' Die oppositie heet "het Vrije Syrische Leger." De politiemacht: de Vrije Syrische Politie. De extremisten van Nour al-Din al-Zinki dwongen agenten van die politiemacht vervolgens om 20 procent van hun salarissen over te maken naar de schatkist van de terreurgroep.
In een andere regio zou Al Nusra (feitelijk gewoon Al Qaeda in Syrië) zelfs agenten hebben uitgekozen. Vervolgens werkten die agenten samen met Sharia-rechtbanken die steniging en executies oplegden als straffen.
Als gevolg hield het VK al op om dit project te steunen. Nu Nederland dus ook. Niet uit zichzelf, maar doordat Pieter Omtzigt en zijn collega de regering op het matje riepen.