Eén van 's lands beruchtste haatimams zal definitief een andere plek moeten vinden om zijn boodschap van onverdraagzaamheid over te brengen. Het liefste ergens héél ver van Nederland.
Wat is dat nou jammer! De Libanees-Nederlandse imam Fawaz Jneid moet voor de tweede keer in korte tijd een uiterst pijnlijke - voor hem althans - gerechtelijke uitspraak aanhoren. Begin deze maand liet de Haagse rechter al weten dat het voor eens en voor altijd afgelopen moest zijn met de illegale haatmoskee die gerund werd in een islamitische boekhandel in de Schilderswijk, en waar Jneid regelmatig zijn preek hield.
Maar zelfs als die clandestiene haattoko niét door de rechter was gesloten, had Jneid er niet meer mogen komen. Meneer heeft namelijk een gebiedsverbod voor zowel de wijk Transvaal als de Schilderswijk gekregen:
De Haagse imam Fawaz Jneid mag de wijken Transvaal en de naastgelegen Schilderswijk terecht niet in. Dat heeft de rechter besloten in een zaak die de imam had aangespannen tegen zijn gebiedsverbod. Jneid gaat tegen de uitspraak in hoger beroep.
In augustus kreeg Jneid een gebiedsverbod voor zes maanden van het ministerie van Veiligheid en Justitie op basis van de nieuwe anti-terreurwet. De imam zou een intolerante boodschap verkondigen waarmee hij "een gevaar vormt voor de nationale veiligheid".
Daar was de voormalig imam van de salafistische As-Soennahmoskee - die zelfs voor die extremistische club te radicaal was en de laan uitgestuurd werd - het dus niet bepaald mee eens. En wat doe je dan als je als hater van alles wat Westers is in het nauw gedreven wordt? Precies: dan gebruik je hun wapens tegen hen, en stap je naar een rechter die je eigenlijk helemaal niet erkent om dat verbod aan te vechten.
Maar helaas-pindakaas, Fawaz: ook deze rechter vindt dat je geheel terecht een half jaartje afstand moet houden van die buurten. Dat is wat mij betreft veel te kort en te beperkt - geef die man liever een levenslang gebiedsverbod voor heel Nederland - maar, meer kun je in dit land niet verwachten. Een kleine overwinning dus tegenover een man met boodschappen die overduidelijk hier niets te zoeken hebben.