Geen wonder dat er tijdens Rutte II bakken vol ministers en staatssecretarissen moesten opstappen.
Als je een belangrijke functie in de aanbieding hebt is het superbelangrijk dat je de tijd neemt om een goed persoon voor die functie te vinden. Dat betekent dat je soms wel weken of zelfs maanden op zoek kunt zijn naar die persoon (man/vrouw/genderneutraal).
Blijkbaar is het wat Rutte betreft veel gemakkelijker om een minister of staatssecretaris te vinden dan een manager. Hij neemt namelijk maar drie dagen de tijd om gesprekken te voeren met kandidaat-bewindslieden voor zijn aanstaande nachtmerriekabinet.
Natuurlijk worden de lijsten met bewindspersonen opgesteld door de verschillende fractieleiders. Dat klopt. Rutte vertrouwt er dus op dat zij hun werk goed doen. Maar als hij echt maar 3 dagen uittrekt voor gesprekken betekent dit dat hij zichzelf honderd procent afhankelijk maakt van het oordeel van zijn collega's. Zij schuiven kandidaten naar voren, Rutte drinkt een kopje koffie met ze, en dat is het dan. Meneer of mevrouw partijprominent mag zich minister noemen.
Omdat Rutte zo snel te werk gaat heeft hij de bordesscène ingepland voor 26 oktober. De reden dat dit niet eerder klaar is, is dat de AIVD de achtergronden van de wannabe ministers en staatssecretarissen moet controleren. Dat duurt wél even. Rutte wil dus weten of het in dat opzicht goed zit met de kandidaten, en voor de rest zal het hem een zorg wezen of ze al dan niet competent zijn.