Afscheid nemen doet pijn, maar toch ook weer niet zóveel pijn kennelijk.
Het is een bekend fenomeen in Nederland: Kamerleden die halverwege hun termijn - of in dit geval zelfs al na minder dan een jaar - breken met hun partij. Het gebeurde bijvoorbeeld in het geval van zetelrovers Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk, die opeens besloten om de
PvdA, die hen een zetel gegeven had, de rug toe te keren. Die zetels gaven de heren natuurlijk niet netjes terug aan die partij: ze bleven er lekker in zitten, en richtten DENK, Neêrlands meest verwoestende en verdelende partij op.
Het is geen toeval dat ook de volgende defectie bij de arbeiderspartij plaatsvindt.
Jeroen Dijsselbloem houdt het voor gezien daar en heeft - in tegenstelling dus tot die DENK-kereltjes - wél het fatsoen om zijn zetel in te leveren. De demissionaire Minister van Financiën verlaat dan ook de
Tweede Kamer in zijn geheel: hij heeft niet zozeer een probleem met zijn fractie, maar gewoon geen zin meer.
Geen zin meer? Ja, echt.
Dijsselbloem vertelt aan
BNR hoe hij zo tot zijn besluit gekomen is. Hij voerde voor de verkiezingen nog met "volle overtuiging" campagne voor de PvdA, maar toen de stembusgang eenmaal ten einde was en de resultaten binnenrolden, bleek dat er historisch zware klappen waren gevallen voor de rode rakkers. Maar liefst 29 partijleden moesten hun biezen pakken - ongetwijfeld op weg naar een mooi kartelbaantje - maar de beheerder van onze schatkist mocht blijven: hij kreeg een enorm aantal voorkeursstemmen, en wist dus te ontkomen aan het electorale bloedbad. Vind van hem wat je wilt, maar één ding was duidelijk: de Nederlandse kiezer wilde hem persoonlijk zeer graag in de Kamer zien.
Des te pijnlijker dus dat hij diezelfde kiezers nu in de steek laat en het bijltje erbij neergooit. Hij heeft naar eigen zeggen simpelweg een motivatieprobleempje:
Het vuurtje doofde na de verpletterende verkiezingsnederlaag die de PvdA leed. Of, zoals Dijsselbloem het zelf noemt: hij heeft er de vuurkracht niet meer voor. 'Het belangrijkste moment is natuurlijk de uitslag geweest. Tegelijkertijd heb ik de beslissing toen nog niet genomen.' Een aanwijsbaar moment waarop hij besloot uit de Tweede Kamer te vertrekken is er volgens hem niet.
Hoewel het allesbehalve gek is om het zinkende PvdA-schip te willen verlaten, blijft het met het oog op die enorme hoeveelheid voorkeursstemmen natuurlijk wel enorm zuur voor ieder die zijn vertrouwen - onterecht dus, blijkt nu - aan hem geschonken heeft. En dat vindt hij zelf ook héééél vervelend hoor:
Ik neem dat ook helemaal niet licht, die mensen hebben bewust op mij gestemd. Dus ik voel me daar oprecht bezwaard over.
Nou, tot kijk dan maar hé! Geen zorgen hoor: meneer zal ongetwijfeld een prachtig baantje toegeschoven krijgen, hier of in Brussel. Dat is immers het voordeel van het baantjescaroussel: als je er eenmaal inzit, zit je voor het leven gebakken.