Europol, Europese organisatie voor politiesamenwerking, heeft in het jaarlijkse rapport veel prijs gegeven over de cijfers aangaande terrorisme. Het is voor Europa een dramatisch jaar geweest. In 2016 zijn er meer dan 718 arrestaties geweest van personen die om religieuze -lees jihadistische- redenen een terroristische aanslag wilden plegen.
Daarnaast zijn er 135 mensen doodgegaan bij aanslagen. De landen aan de top als het gaat om het aantal aanslagen zijn: Frankrijk, België en Duitsland. Je verwacht het niet. O wacht, jawel, dit verwachtten we wel. Het zijn de landen met de grootste moslimpopulaties en dan is de kans logischerwijs groter dat er jihadisten tussen zitten.
In het midden en het oosten van Europa zijn er nauwelijks arrestaties en geen aanslagen. Het lijkt alsof zij iets goeds doen, maar de media heeft het er vaak niet over: de immigratie is extreem laag. Wat bovendien interessant is, is dat het rapport specifiek wijst op de toegenomen assertiviteit van radicale moslima's. In de media wordt er vaak de nadruk gelegd op mannelijke terroristen, maar Europol geeft juist aan dat vrouwelijke terroristen beginnen op te komen.
Het rapport geeft als voorbeeld de ontmanteling van groeperingen van extremistische moslima's die zijn ontmanteld in Kenia, Marokko en Parijs. Of de aanval met een mes door een vijftienjarig meisje in Hannover. Europol geeft aan dat alhoewel vrouwen een minimale rol vervullen in de gebieden van IS en vooral als passief worden gekenmerkt, er geen verbod is of norm tegen actieve deelname van vrouwen in het terroriseren van het Westen.
Vrouwen, kinderen en jongvolwassenen krijgen almaar vaker een operationele rol toebedeeld in terreurnetwerken. De vrouwen staan niet langer alleen in voor de ondersteuning, maar ook voor (pogingen tot) uitvoering van aanslagen.