Op 20 augustus 1672 werden twee van de bekendste en belangrijkste republikeinse vrijheidsvechters ooit op brute wijze vermoord.
Vandaag is een bijzondere dag in de geschiedenis van Nederland. Precies 344 jaar geleden werden twee voorname republikeinse vrijheidsstrijders, Johan en Cornelis de Witt, namelijk op brute wijze vermoord door een meute Oranje-aanhangers.
https://twitter.com/TimEngelbart/status/766962638211264512
Johan was "in de Gouden Eeuw tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk negentien jaar lang raadpensionaris van het graafschap Holland en daarmee de belangrijkste politicus van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden." Dit Eerste Stadhouderloze Tijdperk kwam tot stand na de dood van stadhouder Willem II. Een meerderheid van de Nederlandse provincies wilde toen geen nieuwe Oranje-stadhouder. In plaats van een sterke centrale overheid bleven de provincies en steden autonoom. Als er besloten moest worden over zaken die de hele Republiek aangingen stemden de provincies daar met zijn allen over. Alleen bij een meerderheid van de stemmen ging het plan door. Bij erg belangrijke zaken was unanimiteit zelfs vereist.
Johan en zijn broer Cornelis waren grote voorstanders van dit Stadhouderloze Tijdperk. Johan noemde het zelfs de periode van "De Ware Vrijheid." Er was geen individu boven de wet verheven, niemand vertelde de provincies en steden wat zij moesten doen.
Tijdens hun werkzame leven waren Johan en Cornelis buitengewoon kritisch over de Oranjes en hun aanhangers. Zij begrepen namelijk dat de Oranjes alle macht naar zich toe wilden trekken. De vader van de twee broers had hen op jonge leeftijd dan ook verteld: "Vertrouw nooit een Oranje." Cornelis en Johan hadden dat advies zo ongeveer tot hun levensmotto gemaakt.
Zowel Johan als Cornelis hadden een buitengewoon succesvolle carriere. Helaas werden ze daardoor ook een doelwit voor orangisten die wilden dat Willem van Oranje aangesteld werd als stadhouder Willem III. Op 21 juni 1672 werden beide broers aangevallen -- hoewel ze zich op dat moment in verschillende steden bevonden. Met geluk overleefden ze de aanval, maar het was duidelijk dat ze nog altijd in levensgevaar waren. Onder dwang werd Cornelis de Witt gedwongen om akkoord te gaan met de benoeming van Willem III. Johan was op dat moment, 29 juni 1672, nog steeds aan het herstellen: hij moest maar liefst 40 dagen in bed blijven waardoor hij de politieke strijd tegen Willem niet kon voortzetten.
Willem wilde de machtigste man van het land worden, de vader van zijn eigen koningshuis, en hij was niet van plan om zich door wie dan ook te laten tegenhouden.
Op 23 juli 1672 werd het leven van Cornelis en Johan de Witt écht op stelten gezet. Een louche barbier-chirurgijn, genaamd Willem Tichelaar, beschuldigde Cornelis er namelijk van dat hij hem 30.000 gulden had aangeboden om Willem III te vermoorden. Cornelis werd gearresteerd, maar bepleitte zijn onschuld: Tichelaar wilde Willem III juist vermoorden, zei hij, en hij had geweigerd om mee te werken aan het plan.
Aangezien Willem III in de tussentijd dus stadhouder was geworden wist broer Johan dat zijn politieke carriere voorbij was. Op 4 augustus nam hij ontslag als raadpensionaris. Kleinzielig als altijd zorgde Willem III er hoogstpersoonlijk voor dat Johan geen "eervol ontslag" kreeg.
Zo rolden de Oranjes toen dus al.
Ondertussen kwamen de rechters in de zaak tegen Cornelis, die van hoogverraad beschuldigd werd, tot de conclusie dat ze geen bewijs hadden. Ze wilden hem heel graag de doodstraf geven, maar ja, zelfs toen hij zwaar gemarteld werd bleef hij volhouden onschuldig te zijn.
Wat te doen, wat te doen?
Nou, de rechters hadden een aardige oplossing bedacht. Ze veroordeelden hem voor een misdrijf, maar wilden niet zeggen waarvoor precies. Als straf werd hij verbannen uit Nederland en verloor hij al zijn functies. Hij werd vooralsnog niet vrijgelaten, wat wél gold voor Tichelaar, de man die hem erbij had willen lappen.
Wikipedia legt uit wat er toen gebeurde:
Johan de Witt werd in de val gelokt met de mededeling dat zijn broer hem wilde spreken. Na een half uur wilde Johan de gevangenis verlaten, maar het werd hem onmogelijk gemaakt door een grote menigte. Aanvankelijk beschermde de cavalerie de gevangenis, maar de commandant kreeg van hogerhand het bevel te vertrekken onder het valse voorwendsel van een bericht over plunderende boeren. Tichelaar was uit een raam gaan hangen en schreeuwde het aanwezige volk toe dat nu hij was vrijgelaten dit het overtuigende bewijs was dat hij het gelijk aan zijn zijde had gekregen dat niet hij, maar Cornelis de prins had willen vermoorden. Hij riep de aanwezige mensenmassa op wraak te nemen op de broers, mede omdat de straf die De Witt was opgelegd veel te laag zou zijn voor het plegen van hoogverraad.
Aan het einde van de middag drong de Oranje-meute de gevangenis binnen. De broers de Witt werden naar buiten gesleurd. Daar, midden op straat, werd de arme Cornelis letterlijk doodgeslagen door de meute. Ook Johan moest eraan geloven. Hij werd door ene notaris Van Soenen in zijn gezicht gestoken, waarna luitenant-ter-zee Maerten van Valen hem van achteren in het hoofd schoot.
Dat is al erg genoeg, maar de orangisten waren nog lang niet klaar.
Na hun dood werden de lichamen van Johan en Cornelis de Witt namelijk opgehangen, opengereten en gecastreerd.
Tenen, vingers, oren, neuzen, lippen en tongen werden afgesneden. De ingewanden werden uit de lichamen gehaald en volgens de ooggetuige en dichter-industrieel Joachim Oudaan deels door de omstanders opgegeten of aan honden te eten gegeven. Hendrick Verhoeff ging er prat op dat hij de harten uit de lichamen had gesneden, iets dat hij de magistraat – de ochtend van de moord – beloofd had te doen.
Die harten stelde hij vervolgens nog jarenlang ten toon.
Willem III was natuurlijk maar wat blij met deze actie van zijn volgelingen. Zo liet hij het Hof het gerechtelijk vonnis tegen Johan Kievit (die veroordeeld was voor het beramen van een moord op Johan de Witt en die waarschijnlijk betrokken was bij de lynching van Johan en Cornelis op 20 augustus 1672) intrekken. Kievit was gevlucht naar Engeland, maar toen hij terugkwam naar Nederland werd hij als een ware held onthaald.
Hoewel wetenschappers zeggen dat er geen definitief bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat Willem III de opdracht tot de lynchpartij had gegeven maken de omstandigheden duidelijk dat dit waarschijnlijk echt wel zo is. Op zijn minst zweepte hij het volk bewust op om de broers De Witt uit de weg te ruimen:
Uit politiek-historisch onderzoek is gebleken dat de prins de publicatie van pamfletten uitlokte, waarin geageerd werd tegen de gebroeders De Witt. Vastgesteld is verder dat de prins ervoor zorg droeg dat de moordenaars niet werden vervolgd en beloond werden met jaargelden en ambten.
Ook weten we dat de cipiers, die Johan én Cornelis hadden moeten beschermen tegen de woedende menigte, het bevel hadden gekregen om dat niet te doen.
Johan en Cornelis de Witt waren twee bijzonder principiële, moedige en vrijheidslievende patriotten -- republikeinen. Ook nu, 344 jaar na hun dood, verdienen ze het dat we even stil staan bij hun leven én hun dood.