Zo rollen zowel Den Haag als Brussel tegenwoordig: een nieuwe, vergaande wet wordt afgekondigd, nationale parlementariërs en journalisten hebben maar één dag om de boel te lezen, te analyseren en, indien nodig, in te grijpen.
Gisteren vroegen Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA), Joram van Klaveren (VNL) en Henk Krol (50Plus) zich in Kamervragen vertwijfeld af wanneer het kabinet de precieze plannen voor een nieuwe EU-pensioenwet zouden delen met het parlement. Het is immers wel zo handig als onze parlementariërs weten wat er precies afgesproken wordt en wat de ramifications zijn voor de Nederlandse kiezer.
Nou, goed nieuws, gisteravond laat antwoordde staatssecretaris Klijnsma eindelijk. In een brief aan de Kamerleden schrijft ze:
Met de Kamerbrief van 24 juni jl. (Kamerstukken II 2015/2016, 33931 nr. 14) is, conform de afspraken, uw Kamer zo spoedig mogelijk geïnformeerd over het resultaat van de onderhandelingen tussen het Europees Parlement, de Raad (onder voorzitterschap van Nederland) en de Europese Commissie over de herziening van de IORP-richtlijn. De geconsolideerde tekst van het onderhandelingsresultaat zal worden voorgelegd aan COREPER (het voorportaal van de Raad) op 30 juni en is vanaf vandaag beschikbaar en door uw Kamer in te zien via het Extranet van de Raad van de EU. Ter volledigheid heb ik dit document, wat de afgeronde onderhandelingen weergeeft, ook bij deze brief gevoegd. In het onderhandelingsresultaat is aan de zorgen van de Tweede Kamer en het kabinet tegemoet gekomen en aan de moties invulling gegeven.
Die documenten kun je hier downloaden en inzien.
Het probleem? De documenten zijn zo'n 100 pagina's in een Word-document of zo'n 26.000 woorden. In een normaal functionerende democratie zouden bewindspersonen Kamerleden een week de tijd geven om de boel goed door te lezen en te analyseren alvorens er al dan niet mee in te stemmen.
Maar ja, Nederland is geen normaal functionerende democratie. Klijnsma schrijft immers ook dat ze van plan is om morgen (donderdag 30 juni) Brussel het groene licht te geven. Kritische Kamerleden kunnen daar weinig, of zelfs helemaal niets, aan doen en moeten mevrouw de staatssecretaris maar geloven als zij zegt dat hun eerder uitgesproken zorgen serieus zijn genomen.