Ahmed Marcouch, Tweede Kamerlid voor de PvdA, heeft het helemaal gehad met Jozias van Aartsen, de VVD-burgemeester van Den Haag. In een gepassioneerd betoog op BNR roept de parlementariër de burgemeester op om op te houden met het legitimeren van de As-Soenna moskee, een moskee die het salafisme aanhang, wat een radicale versie van de Islam is. Veel terroristische organisaties zijn in essentie salafistisch; dat geldt zowel voor Al Qaeda, als voor ISIS. Alleen dat is reden genoeg voor iedereen om deze zieke ideologie de oorlog te willen verklaren en diens aanhangers koud te stellen.
Helaas denkt Jozias van Aartsen er net een beetje anders over. Zo zette hij aanhangers van de As-Soenna moskee bijvoorbeeld in tijdens Oudjaarsnacht om de 'orde te bewaken' in de Haagse Schilderswijk.
Marcouch is daar niet blij mee:"Hij moet in ieder geval stoppen - en dat geldt voor alle burgemeesters die dat soort samenwerkingsverbanden hebben - ze te legitimeren door ze bijvoorbeeld partner te laten zijn in het organiseren van de openbare orde. Hij moet stoppen met het subsidiëren van deze ideologie. Ik vraag me af of Van Aartsen, of welke andere burgemeester, het in zijn hoofd zou halen om bijvoorbeeld verenigingen van de PVV te subsidiëren. Dat zou niemand in zijn hoofd halen, terwijl de salafistische organisaties als ideologische bewegingen veel erger zijn dan de PVV."
Marcouch zegt terecht dat Salafisten -- waaronder dus de mensen van de As-Soenna moskee -- de Nederlandse wet absoluut niet respecteren. Enkele voorbeelden van de manier waarop ze de wet met voeten treden zijn, aldus Marcouch:
"Bevolkingsgroepen wegzetten omdat ze geen salafist zijn. Zij voelen zichzelf superieur. Een van de salafistische leiders in Nederland schrijft mij in een brief: 'De salafist is verheven boven de wolken, boven ieder ander'. Haatzaaien! Anti-democratie! En bovendien zweren zij geweld niet af."
Ook legt hij uit dat Salafisten moslims al vanaf ontzettend jonge leeftijd proberen te indoctrineren met hun hatelijke ideologie:
"Bijvoorbeeld in hun preken, in hun lezingen. Ze krijgen bijvoorbeeld al kinderen van vijf jaar over de vloer die ze onderwijzen dat joden niet deugen, dat moslims die geen salafist zijn, niet deugen, dat dit eigenlijk niet hun land is, maar dat zij in een soort ballingschap leven en dat de droom die ene islamitische staat is."
Anders dan Van Aartsen weet Marcouch waar hij het over heeft. Hij is namelijk niet alleen zelf moslim, maar geeft ook toe dat hij, toen hij jonger was, groot gevaar liep om te radicaliseren. Uiteindelijk koos hij voor een ander pad, maar in de tussentijd deed hij wel degelijk veel ervaring op in de schimmige onderbuik van de islamitische gemeenschap van ons land, waar extremistische moslims andere moslims proberen te radicaliseren.