Politieagenten moeten niet klagen over laag salaris, maar over te hoge belastingen

De politie is begonnen met een actie voor hoger loon. Ze schrijven deze hele week minder bonnen uit als protest. Ik heb daar begrip voor. Toch ben ik het er niet helemaal mee eens. Gisteren klaagde de 30-jarige hoofdagent Maarten Boeren in het Algemeen Dagblad over zijn salaris, dat hij te laag vindt. Citaat:

Boeren legt uit waarom 2100 euro netto per maand te weinig is:

Volgens de hoofdagent maakt hij de meest gruwelijke dingen mee als hij op straat loopt of op de politiemotor door de straten rijdt; dodelijke ongevallen, zelfmoorden, aanvallen op hemzelf, etc. "Dit werk vreet je op." Het werk is in ieder geval niet voor iedereen weggelegd, zoveel is duidelijk. Ik zou het niet kunnen.

Mijn bezwaar zit bij deze opmerking van Boeren: "We krijgen er eigenlijk al 6 jaar geen cent salaris bij, terwijl het leven wél duurder wordt. De regering zegt dat ze geen geld heeft, maar als het zo doorgaat hebben wij ook geen geld meer. Na een nachtdienst moeten mijn kinderen naar de opvang of ik moet oppas regelen. Dat moet allemaal betaald worden. Die 3,3 procent loonsverhoging die we vragen is heel redelijk."

Natuurlijk, het verhogen van het brutoloon is een oplossing. Maar het zou beter zijn als het kabinet de belastingen structureel verlaagt. Er zijn genoeg belastingen die omlaag kunnen én moeten, zoals de inkomstenbelasting (die écht asociaal hoog is), de btw (die nog altijd op 21 procent staat, terwijl de verhoging van 19 procent naar 21 procent een "tijdelijke" maatregel zou zijn) en de belachelijk hoge accijnzen op benzine.

Als die belastingen omlaag gaan, dan heeft iedereen daar profijt van, niet alleen politieagenten. Een hoger brutosalaris lost niks op, want de overheid blijft even inhalig. Daarom moet de overheid worden teruggedrongen en moeten de belastingen worden verlaagd. Dat is niet alleen goed voor de inkomens van politieagenten (die absoluut meer verdienen dan ze nu maandelijks krijgen bijgeschreven op hun rekening) en de rest van de Nederlanders, maar ook voor de economie.