Hij komt uit een welvarend gezin.
Zo, het is weer tijd om een linkse mythe door te prikken. Iedereen kent Jihadi John wel, de jonge radicale moslim met een Brits accent die in verschillende video's
westerse en
Japanse gevangenen op gruwelijke wijze
heeft onthoofd. Zoals bekend gelooft links dat moslimterroristen
zielig zijn en dat ze het slachtoffer zijn van hun omgeving. Links denkt dat moslims niet radicaliseren als ze maar een goede opleiding en baan krijgen.
Niets is minder waar. Jihadi John is daar het perfecte voorbeeld van. Zijn echte naam is Mohammed Emwazi en zijn achtergrond is bijzonder goed: hij komt uit een welvarend gezin, groeide op in West-Londen én studeerde af in computer programming. Als er één moslim niet had moeten radicaliseren, dan was hij het wel. Volgens de linkse logica in ieder geval.
De Washington Post
schrijft dat het vrijwel zeker is dat het om Emwazi gaat (al wil de familie niets bevestigen noch ontkennen):
"I have no doubt that Mohammed is Jihadi John," said one of Emwazi’s close friends who identified him in an interview with The Washington Post. "He was like a brother to me. . . . I am sure it is him."
A representative of a British human rights group who had been in contact with Emwazi before he left for Syria also said he believed Emwazi was Jihadi John, a moniker given to him by some of the hostages he once held.
"There was an extremely strong resemblance," Asim Qureshi, research director at the rights group, CAGE, said after watching one of the videos. “This is making me feel fairly certain that this is the same person."
Volgens de krant zou hij in 2009 nog naar Amsterdam zijn gevlogen. Hoe dan ook, zullen we per vandaag direct stoppen met het maffe idee dat moslims radicaliseren omdat ze worden gediscrimineerd en geen kansen krijgen? Ze krijgen genoeg kansen in het vrije Westen. Als ze hard werken, kunnen ze alles krijgen wat ze willen. Moslims radicaliseren om heel andere redenen dan het niet hebben van een baantje. Radicale moslims zijn bereid te sterven voor hun geloof. Dáár zit de crux.