Aboutaleb: "Syrische christenen moeten beter opletten bij inburgeringscursus"

Gisteren vond in het NRCafé in Rotterdam de nieuwjaarsreceptie van de CDA-jongerenvereniging CDJA plaats, waar ook de burgemeester van die stad z'n opwachting maakte tussen de andere sprekers van de avond, namelijk partijvoorzitter Ruth Peetom en partijleider Sybrand Buma. Waar de laatste twee vooral een electoraal gemotiveerd verhaal hielden dat was geijkt op de aankomende Statenverkiezingen. Buma meldde de zaal vol jonge christen-democraten: "Hopelijk gaan we Mark Rutte een gigantische klap verkopen!" Ruth Peetoom hield de toehoorders voor dat het "goede verkiezingen" gingen worden.

Maar het intellectuele deel van de avond was uitbesteed aan de PvdA: Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, wiens woorden "If you don’t like freedom, then f--- off" momenteel de hele wereld overgaan. "Dat was de eerste keer in mijn carrière dat ik mijn toevlucht zocht tot straattaal," merkte de PvdA-politicus op.

Tegen een zaal vol CDA-jongeren nam hij echter geen afstand van zijn woorden, en voegde daar nog een aantal opmerkingen over het Nederlandse paspoort aan toe. "Dit is geen reisdocument," aldus Aboutaleb, "maar een identiteit. Die moet u ook verdedigen als deze aangevallen wordt." Dieper ingaand op die identiteit was de PvdA'er in het bijzonder fel over de vrije meningsuiting: "Als u geen deel wil uitmaken van deze samenleving, vertrek dan maar. Maar wees dan wel zo eerlijk uw Nederlandse paspoort dat u van mij heeft gekregen weer bij mij in te leveren." en over IS-gangers: "Er dobberen honderden bootjes vol moslims uit het Midden-Oosten rond op de Middellandse Zee. Weet u wat die mensen in Europa zoeken? Vrijheid. En dan komt er zo'n snotneus van 17 uit Den Haag die in Syrië de laatste christenen wil uitmoorden. Is dát nu de manier om dankjewel te zeggen?"

Maar Aboutaleb reserveerde ook een kritische noot voor christenen in zijn stad. De burgemeester memoreerde aan een overleg dat hij vorige week had met moskeebesturen over de veiligheidssituatie. "Dat verliep rustig," zei Aboutaleb die melding maakte van het feit dat hij wijkagenten opdracht had gegeven om de moskeeën in hun wijk te bezoeken en aan het stadhuis te rapporteren "welke geluiden ze daar opvangen."

De voormalig staatssecretaris zei dat hij direct daarna een zelfde soort ontmoeting had met de "kleine christelijke kerken." "Onwerkelijk" was het woord dat Aboutaleb gebruikte om dit gesprek te duiden. De burgemeester kreeg van de kleine christelijke gemeenschappen het verzoek om in te praten op Rotterdamse imams. Met name een Syrische voorganger zich namelijk zorgen maakte over de inhoud van de preken van zijn islamitische collega's, en de gevolgen ervan voor zijn eigen veiligheidssituatie. Smalend liet Aboutaleb het publiek weten dat de man de Nederlandse taal aardig beheerste, maar voor andere delen van de inburgeringscursus nog niet helemaal geslaagd was. De burgemeester van Rotterdam liet verder weten de veiligheidszorgen van de Syrisch-christelijke man te hebben beantwoord met een lesje staatsrecht. Hij meende dat er met name behoefte was aan een fundamentele kennis over de scheiding van kerk en staat.

Voor alle minderheden in Rotterdam, maar ook de rest van Nederland, had de burgemeester als afsluiter één heldere boodschap: "De vrijheid van meningsuiting wordt soms gebruikt om bepaalde minderheden te jennen, maar is in feite juist een bescherming van ze. Want dat geeft ook de vrijheid een stevig antwoord te formuleren. Daar moet u trots op zijn, en dat moet u omarmen."