Verduistering in de praktijk

Geen categorie11 dec 2014, 17:00

Een gastbijdrage van Kees le Pair

In ‘De toekomst achter ons’ constateerde ik dat de maatschappij het pad van de ‘Verlichting’ heeft verlaten en terug marcheert richting duisternis. Geloof boven wetenschap en mening boven meting. Voor een schrijver is het fijn, wanneer later blijkt dat hij het bij het rechte eind had. Reden dus om me te verheugen over het gedrag van onze regering. Die zet er op de terugweg flink de pas in. En omdat vrijwel de hele volksvertegenwoordiging marsrichting en tempo steunt, mogen we aannemen dat er een breed maatschappelijk draagvlak is.

Een miljoen lemmingen vinden niet van elkaar dat ze verkeerd lopen.

De tamboermajoor die op het moment de kudde voorgaat is Henk Kamp, Minister van Economische zaken. Hij is mij sympathiek, al heeft hij het bij het verkeerde eind. Jammer voor hem, want hij gaat de vaderlandse geschiedenis in als de grootste verkwister ooit. Zijn naam zal in een toekomstige parlementaire enquête veelvuldig klinken. We hebben nog nooit eerder iemand gehad, die zoveel geld weggooit.

Richard Feynman vatte de essentie van de wetenschap bondig samen:

Indien de theorie andere uitkomsten geeft dan de metingen is de theorie fout.

Kamerlingh Onnes, een van onze eigen Nobelprijs winnaars, zei het nog bondiger:

Van meten tot weten.

Met dat axioma steeg sinds de 16e eeuw de kennisvergaring uit boven die van profeten, alchemisten, astrologen en andere amateurs. Dat eeuwenoude principe is de regering ontgaan. Klimaatmodellen tonen dat meer CO2 in de lucht de temperatuur doet stijgen, metingen dat meer CO2 dat al 16 jaar niet doet. Maar Kabinet en Tweede Kamer houden vol dat CO2 het warmer maakt. Het geklungel zou niet erger zijn dan dat van een sekte die het eind van de wereld op 1 januari voorspelt, indien het niet ten koste zou gaan van onze welvaart en welzijn.

Trouwe lezers van deze webstek weten dat ik mijn pijlen tegenwoordig in hoofdzaak richt op windmolens. Daar speelt nu ook zoiets.

Er is een ‘Energieakkoord’ waarin aan windmolens een rol is toebedacht in onze elektriciteitsvoorziening. Het kost de samenleving alleen al 18 miljard euro om de windstroom verkoopbaar te maken. Zonder dat douceurtje zouden de molenaars niet gaan bouwen. Maar die 18 miljard van ons belastinggeld is slechts het topje van de ijsberg. Een flinke top, dat wel. Het is meer dan de JSF-gevechtsvliegtuigen, de Fyra, de hoge-snelheidslijn en de Betuwelijn samen. De molenbouwers en de bekabelaars moeten zelf een groter bedrag opbrengen. Dat doen ze alleen omdat ze dat later ruimschoots van de consumenten terugbetaald krijgen. Samen met de 18 miljard subsidie verwachten ze een profijtelijke zaak. In totaal zullen de komende 15 jaar de dames en heren van de wind iets tussen de 50 en 100 miljard willen terugontvangen. Wanneer je bedenkt dat investering in molens en bekabeling extra (=overbodig) is – het bestaande systeem kan de stroomvoorziening goed aan – dan volgt daaruit dat de bevolking die overbodige 50 – 100 miljard, zal moeten opbrengen. Het gaat niet om een kleine aderlating.

Wanneer de molens niet doen waarvoor men ze bouwt, brandstof besparen, is dat geld weggegooid. Hoe kom je daar achter voor die molens er staan? Geen nood voor minister Kamp. Er zijn modelberekeningen die aantonen dat molens 100% van het brandstof equivalent van de elektriciteit die zij produceren sparen. Nu ja, misschien is dat 97%, gaf hij de Kamer toe.

Intussen zijn er andere landen die al een windmolen arsenaal in bedrijf hebben vergelijkbaar met wat wij in het Energieakkoord tegemoet zien. Van sommige ervan zijn de besparingsresultaten bekend. Daarmee en met harde gegevens over de energie die bouwen, plaatsen en bekabelen van de molens kost, plus de onvermijdelijke overproductie van onverkoopbare stroom, kan de besparing niet meer zijn dan een derde van ’s ministers verwachting. (Er is zelfs gerede aanleiding, door meer schadelijke factoren waarover onvoldoende bekend is, om te veronderstellen dat de besparing in werkelijkheid nul zal zijn.)

En wat zegt Minister Kamp daarop? Praktijkmetingen zijn niet geschikt, men moet modelberekeningen doen.

Hij had ook kunnen zeggen: “Wetenschap? Mijn zolen.” Maar dat veronderstelt dat hij weet wat wetenschappelijk is en dat lijkt mij niet het geval. Toch verdenk ik hem van goede trouw. Hij koerst eenvoudig onwetend op een kompas met vastgespijkerde wijzer. Maar daarmee kiepert hij wel heel veel van onze miljarden in zee en onder de groene zoden.

Belasting betalende stroomverbruikers nemen mij misschien kwalijk dat ik mij verkneuter. Maar mag een schrijver soms een lolletje hebben? Ik zelf, of mijn erfgenamen, moeten er per slot ook voor dokken. Zie mijn vrolijkheid dus als pret, voor eigen rekening.

‘Als je denkt dat wetenschap onbruikbaar is, probeer het dan eens met domheid!’

De praktijk studie staat hier.
De reactie van de Minister hier.

De Tweede Kamer op de PVV na nam genoegen met de ministeriële profetie. Ook nadat wij als auteurs van de praktijkstudie op de lapsus in de redenering wezen.

Het is dus beurzen open, draaiende wieken. Nou ja, er kan nog een kabinet komen, wist Wim Kan al.

De regering gaat onverdroten verder met het ontwortelen van de wetenschap. Onderzoekers moeten zich in de toekomst richten op wat de bedrijven en het publiek belangrijk vinden. Dat de wetenschap juist dient om het publiek de ogen te openen is vergeten. Het onderscheid tussen toegepast onderzoek en onafhankelijk onderzoek moet verdwijnen. Alles moet toegepast. Het moet geld opbrengen of opleveren wat men ervan verwacht. Vooral dat laatste is ongeveer het tegengestelde van wat de wetenschap ons sinds de intrede van de verlichting allemaal aan goeds heeft gebracht.

Wij moeten er niet op rekenen dat een volgend kabinet het beter zal doen. Onlangs kreeg ik een krant met namen, portretten en bio’s van de kandidaten voor de Eerste Kamer van de VVD, de partij die het huidige kabinet aanvoert. Het bestuur had ze alvast op volgorde gezet, maar de leden van de partij hebben het laatste woord. Alleen nummer één, de heer Loek Hermans een bestuurskundige, is buiten mededinging. Verder staan er 45 dames en heren op. Er is ook een groslijst. Daarop staan twee personen die niet zijn genomineerd. Het gezelschap in de startblokken voor een zetel in de ‘Chambre de réflexion’ bestaat uit
• 16 juristen
• 10 personen die hun universitaire studie niet hebben afgemaakt.
• 5 medici
• 6 militairen
• 12 gamma’s (economen, sociologen, bestuurskundigen, politicologen...)
• 0 ingenieurs, fysici, chemici, biologen, geologen...

Sommigen deden twee studies en enkelen bezochten geen universiteit.

Dat is dus de ploeg van de partij nummer één, die zal nagaan of wij verstandig geregeerd worden. Aan de samenstelling te zien verwacht men in de toekomst geen problemen met de elektriciteits- en energievoorziening, met wegen, bruggen, tunnels, dijken, water, vliegtuigen, treinen en nog zo wat. Daar gaat blijkbaar te weinig in om voor dit bestuursniveau. De gedachte er achter is: zulke expertise kunnen we even in huren, wanneer het nodig is. Dat kan heel gemakkelijk bij Milieudefensie, Greenpeace, de windassociatie e.d. Of men vraagt accountants om advies over kleinigheden als de Fyra, de hogesnelheidslijn, de Betuwelijn, de JSF enz. De ervaring die daarmee is opgedaan, beviel kennelijk goed.

Ook op het gebied van ICT, een technologie die de hele samenleving verandert, is blijkens de lijst geen speciale kennis van zaken nodig. Dat regelt de top helemaal zelf. Kennis genoeg, alle mensen op de lijst hebben immers een laptop of een smart Phone.

Een grappige kleinigheid is dat beide heren op de ‘groslijst’, die het bestuur niet op zijn wenslijst gezet heeft, wel een technische achtergrond hebben. Die zijn dus uitdrukkelijk niet nodig.

Bij andere partijen is het nauwelijks beter. Indien daar al eens een technicus of een bèta opdaagt, is die gerekruteerd uit de milieubeweging en overeenkomstig gedeformeerd.

Een minister die op modelstudies vertrouwt en niet op praktijkuitkomsten is mooi op schema van de verduisteringstocht net als die andere minister die Jan en Ingrid laat bepalen waaraan wetenschappelijke onderzoekers hun tijd moeten besteden. De mars is nog lang niet aangeland bij middernacht. Het wordt nog donkerder. Een volgend kabinet kan die onafhankelijke bèta onderzoekers helemaal wegbezuinigen. De volksvertegenwoordiging heeft ze niet nodig.

Ik vermoed dat we op den duur nog slechts één discipline op het toneel zullen zien: die van de experts die met geld schuiven geld verdienen.

Het is een ramp, de verduistering zet stevig door. Ik kan dus nog een tijd vrolijk met mijn boek zwaaien.

Aldus Kees le Pair.

Voor mijn eerdere DDS–bijdragen zie hier.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten