Wie niet luisteren wil, moet maar voelen.
De
sancties van westerse landen tegen
oorlogshitser Vladimir Poetin hebben hun effect. De roebel heeft nog nooit zo laag gestaan
als vandaag:
Rond 13.00 uur stond de koers op 70 roebel per dollar, opnieuw een historisch dieptepunt. Aan het begin van 2014 moest er 33 roebel voor een dollar worden neergelegd.
Maandag zakte de wisselkoers al naar ruim 64 roebel per dollar. Dat was een daling van 10 procent, waarmee de sterkste achteruitgang sinds de roebelcrisis van 1998 werd genoteerd.
De roebel is dit jaar in waarde gehalveerd en is daarmee de grootste verliezer van alle toonaangevende valuta in de wereld.
Natuurlijk spelen de lage olieprijzen ook een belangrijke rol in het dieptepunt voor de roebel, maar zonder de sancties was het nooit zo erg geworden. Dat heeft gevolgen voor de inwoners van
Rusland, die zien dat hun munt steeds minder waard wordt op de internationale markt.
Dat is lullig voor de inwoners, maar het is een direct gevolg van het gedrag van Poetin
op de Krim en in
Oost-Oekraïne. Het provocerende gedrag van Poetin - het sturen van geld en materieel naar pro-Russische rebellen in
Oost-Oekraïne - is niet zonder gevolgen gebleven. Nu zit de president van Rusland op de blaren.
Als hij wil dat de pijnlijke sancties voor het land worden teruggedraaid, dan moet hij stoppen met het provoceren van het Westen en stoppen met zijn verdeel-en-heers-tactiek die hij toepast in Oost-Oekraïne. Als hij dat niet doet, moeten er meer sancties volgen. Alleen zo is de oorlogshitsende Poetin, die (stiekem) droomt van het bezetten en inlijven van nog meer Europese landen, misschien nog tegen te houden.