De gekleurde Perdiep Ramesar is slachtoffer van de blanke media.
Trouw-"journalist" Perdiep Ramesar verzon talloze verhalen. Zijn chef en de hoofdredactie zagen het niet of wilden het niet zien. Ramesar werd terecht ontslagen en in een recent onderzoeksrapport naar de kwestie kreeg de (hoofd)redactie van langs. De hoofdredactie was te weinig bezig met de inhoud van de krant en Ramesar werd continu een hand boven het hoofd gehouden. Duidelijk.
Maar met het adagium never let a good crisis go to waste in het achterhoofd, zien linkse opiniemakers toch weer kans om hun rassenagenda te promoten.
Volgens oud-Kamerlid Tofik Dibi is de "essentie" van de hele kwestie, houd u vast:
Trouw heeft - net als andere media in Nederland - behoefte aan smeuïge verhalen over de multiculturele samenleving. Trouw heeft - net als andere media - een witte redactie.
Hij vervolgt: "De kwestie-Ramesar gaat niet over één fantast, maar over vele, namelijk media die wat betreft de multiculturele samenleving met elkaar wedijveren om ophef. Ramesar is - al is hij primair zelf verantwoordelijk - één van de tragische gevolgen daarvan." Ach, gut.
Dibi is niet de enige die ras er met de haren bij trekt. In een hoofdredactioneel commentaar over de kwestie stipt ook de Volkskrant het gebrek aan "diversiteit" op redacties aan. (Met "diversiteit" doelen progressieven overigens altijd op huidskleur, en niet op, zoals Joshua Livestro terecht opmerkt, politieke diversiteit. De redactie moet immers links blijven.)
En zo komt voor progressieven alles toch weer op z'n pootjes terecht: de enige gekleurde journalist van Trouw, die al zijn verhalen uit zijn duim zoog, is dan wel zelf verantwoordelijk, maar toch bovenal een slachtoffer. Degenen die zich pas echt schuldig moeten voelen zijn de blanke redacties. Witte schuld, daarop moet gehamerd blijven worden.
Overigens bevat het stukje van Dibi ook een verstandige vraag, waarmee ik wil eindigen. "Waarom wordt Perdiep Ramesar de deur gewezen, maar de hoofdredactie niet?"