Nederlandse Syriëgangers in de bak, waar ze horen
Vandaag start de vervolging van de eerste Nederlandse Syriëgangers. Dat de rechter ze maar lang moge opsluiten.
Het heeft even geduurd, maar eindelijk kan het dan ook van start gaan: de vervolging van Syriëgangers afkomstig uit Nederland. Vandaag moest Maher H. zich samen met zijn vrouw en een vriendje zich melden bij de rechtbank in Den Haag. Er wordt H. flink wat ten laste gelegd: voorbereiden van moord of doodslag met een terroristisch motief. Zeker dat laatste is relevant, want als het terroristische motief bewezen kan worden betekent dat een strafverlenging voor H. Bij Nieuwsuur legt men uit dat de zaak tegen H. de eerste van een hele reeks zal zijn:
Het proces tegen Maher H. is een soort van testcase voor justitie. Er zullen er de komende tijd nog veel meer volgen. Er lopen momenteel dertig onderzoeken tegen zeker 60 Nederlandse jihadisten, vertelde Herman Bolhaar, de procureur-generaal van het Openbaar Ministerie, vorige week in een interview met de Telegraaf. Volgens Bolhaar stapelen de dossiers zich op en worden er daarom zelfs extra officieren ingezet.
Dat is niet meer dan gepast.
Er zijn echter ook onverlaten die menen dat het een verstandiger idee is dit soort lieden gewoon uit te zetten naar Syrië en Irak. Niet alleen kunnen die mensen daar gewoon ongestoord verdergaan met het uitvoeren van het genocidale masterplan van ISIS, maar ook is de kans groot dat ze dan nooit voor een rechter zich hoeven te verantwoorden voor hun daden.
Dubbele onrechtvaardigheid dus, en daarom ben ik blij dat lieden zoals Maher H. zich vandaag moesten melden in de bankjes tegenover een strafrechter. Uiteraard zullen een paar veroordelingen in Nederland de oorlog in Syrië en Irak niet stoppen, maar met een meedogenloos gruwelijke vijand als ISIS zijn dit soort dingen toch wel het minste wat we kunnen doen voor de tienduizenden slachtoffers (en hun nabestaanden) van de islamitische terreurgroep.
