Al meer dan 50 jihadisten omgekomen bij Kobani

Mooi. Hoe meer extremisten het leven laten, hoe beter.

Hoewel de Koerden het nog altijd behoorlijk lastig hebben in hun strijd voor Kobani, het Koerdische grensplaatsje in Syrië, is er toch goed nieuws te melden. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zijn er de afgelopen dagen namelijk minimaal 50 ISIS-jihadisten omgekomen bij de gevechten. Helaas staat daar tegenover dat 23 Koerden ook zijn gestorven, maar overall is dat alles behalve een slechte prestatie: elke Koerd neemt minstens twee jihadisten met zich mee. Niet slecht.

Dit betekent natuurlijk niet dat de strijd om Kobani al gestreden is. Het tegenovergestelde is zelfs het geval. ISIS valt de stad van vier verschillende hoeken aan. Dat maakt de prestaties van de Koerden alleen maar heldhaftiger en indrukwekkender, maar het betekent ook dat ze nog lang niet op hun lauweren kunnen rusten.

Het grootste probleem is en blijft dat het Westen te weinig doet om de Koerdische bondgenoten te helpen. Een paar luchtaanvallen zijn leuk en aardig, maar zijn zeker niet afdoende om ISIS staande te houden... laat staan om ze te verslaan. Daar is meer voor nodig: een duidelijke strategie, met een helder verwoord doel, en genoeg militaire middelen om de terroristen op grote schaal naar het hiernamaals te helpen. En ja, dat betekent ook dat er grondtroepen moeten worden ingezet.

Iedere dag dat Europa en Amerika - ik zeg maar niets meer over Turkije, de hoop dat Erdogan iets positiefs bijdraagt aan de oorlog tegen ISIS is onderhand nagenoeg nihil - de aanvallen op ISIS niet verhevigen komen er Koerdische strijders nodeloos om het leven. Dat is niet alleen immoreel, maar ook nog eens bijzonder onverstandig: het Westen én de Koerden kunnen iedere strijder gebruiken. Deze oorlog is namelijk nog lang niet afgelopen, ook niet als het offensief tegen ISIS definitief is afgeslagen.