Al enige tijd doet het Pietengilde van zich spreken. Deze stichting van 600 serieus praktiserende Zwarte Pieten is in beroep gegaan tegen het vonnis van een Amsterdamse rechter, die in een uitspraak van juli de Pietfiguur neersabelde als een negatieve racistische stereotypering. De advocaat van het Pietengilde, Douwe Lindes, heeft inmiddels een pleidooi gehouden voor de Raad van State, die binnen twee weken uitspraak zal doen.
De Pieten betogen dat er geen enkele racistische bedoeling is bij het Sinterklaasfeest. Daarnaast wijzen ze erop dat er in de Europese mythologie al vele eeuwen een donkergekleurd personage staat naast of tegenover de heilige. De donkere schmink heeft zijn oorsprong in Germaanse mythen, de midwinter tegenstelling tussen donker en licht. Deze mythische figuur heeft niets te maken met het kolonialisme en alles wat daarmee samenhangt aan negatieve connotaties (zie ook de
Open brief aan Quinsy Gario van Joram van Klaveren vrijdagavond op DDS).
Afgelopen donderdagavond was er een hartverwarmend optreden bij Pauw van Marc Giling, voorzitter van het Pietengilde en zelf al 42 jaar Piet (en sinds kort ook Sint), vergezeld door jurist Douwe Lindes. Giling schoof aan bij de talkshow om een prachtige Nederlandse traditie te verdedigen, maar riep ook op tot dialoog en respect tussen vóór- en tegenstanders.
Het betreffende fragment kunt u
hier bekijken. Laat u zich niet afleiden door de vele irritante interrupties van Freek de Jonge. Het gaat vooral om het betoog van Giling, die heel rustig, met humor en relativeringsvermogen, een mooi pleidooi hield voor het Sinterklaasfeest.
Terecht wees Giling erop, dat je een volkstraditie niet van bovenaf moet willen veranderen en ook niet door een besluit van de rechter, die een standpunt van een kleine minderheid overneemt. Dat leidt tot het ongewenste fenomeen van juridisering van de maatschappij, terwijl onze kracht als Nederlanders juist ligt in het sámen oplossen van problemen, middels de dialoog. Giling nam afstand van iedere vorm van geweld door zowel vóór- als tegenstanders en riep op tot kalmte.
Een vertegenwoordiger van een andere Piet-stichting maakte duidelijk wat een ongelukkig idee de politiek-correcte roetveeg Piet is. Sint en Piet worden meestal gespeeld door enthousiaste vrijwilligers in hun eigen buurt en zouden meteen door de mand vallen, als ze hun rol spelen met alleen wat roetvegen op hun gelaat. Dat is ook steeds mijn bezwaar geweest tegen de policor roetveeg Piet, tenzij de roetvegen het hele gelaat bedekken, maar dan zullen de tegenstanders wel zeuren dat het nog teveel lijkt op Zwarte Piet. Waar mensen zich druk over kunnen maken!
Misschien komt het door alle commotie, maar de laatste dagen gaan mijn gedachten vaak terug naar mijn grootvader, de Amsterdamse dierenarts Dr. Jan Gajentaan (1902 1987), die de rol van Sint bij de intocht vertolkte van 1950 tot 1962. Het staartje daarvan heb ik nog meegemaakt, ik ben van bouwjaar 1959. In die tijd was de Amsterdamse intocht ook de officiële intocht en tevens televisie-intocht. Pas in 1964 is dat aangepast door de NOS (toen nog NTS geheten).
De heren van het ICA (Initiatief Comité Amsterdam) dat de intocht organiseert, hadden destijds een ijzeren succesformule. Het was de tijd van de wederopbouw. De Sinterklaasintocht werd gevierd als symbool van nationale eenheid, het Koninklijk Huis werd daar nauw bij betrokken en was pontificaal aanwezig bij de intocht. Mijn grootvader, die bestuurslid was van het ICA maar ook voorzitter van het landelijk Oranje Comité, beschikte over de connecties om dat allemaal goed te regelen.
De Amsterdamse intocht van de jaren vijftig haalde toeschouwersaantallen van rond 750.000, in 1955 waren het er zelfs meer dan 800.000. Van heinde en ver kwamen de mensen ervoor naar de hoofdstad. Ter vergelijking, de huidige Amsterdamse Sint Jeroen Krabbbé moest het in 2013 stellen met 50.000 toeschouwers. Eigenlijk zou ik een boek moeten schrijven over de intochten van de jaren vijftig, maar ik zal volstaan
met zon prachtig Polygoon filmpje. Uit 1954.