Aantal klimaatslachtoffers stijgt maar niet door klimaatverandering maar door klimaatbeleid.
Ik heb reeds vaak gewezen op het gevaar van deïndustrialisering in Europa. Voormalig eurocommissaris Günther Oettinger (verantwoordelijk voor industrie) heeft de afgelopen jaren vele pogingen ondernomen om het tij te keren, maar hij heeft het moeten afleggen tegen zijn collega's, vooral Connie Hedegaard en José Manuel Barroso, die zich hebben ingezet voor decarbonisering van de economie. Dit heeft geleid tot een hoop regelgeving en energieprijzen die hoger zijn dan elders in de wereld, waardoor het voor energieintensieve bedrijven aantrekkelijk is geworden hun investeringen in Europa te verminderen en elders, waaronder in de VS, te verhogen.
Ik stel mij zo voor dat dit soort beslissingen in vele directiekamers van bedrijven niet van de ene dag op de andere worden genomen. Men zal zeker nog lange tijd hoop hebben gehouden dat Europese regeringen weer bij zinnen zouden komen en maatregelen zouden nemen, die nodig zijn om het investeringsklimaat te verbeteren. Maar te oordelen naar hun daden, heeft een aantal bedrijven deze hoop nu definitief opgegeven. De uittocht is begonnen met alle nefaste economische gevolgen van dien.
Aan de wortel van deze rampzalige ontwikkeling ligt de klimaathoax de angst voor de verschrikkelijke opwarming van de aarde, die ons door wetenschappers, de politiek, de media, en sommige delen van het bedrijfsleven is aangepraat. Maar die opwarming wil maar niet komen. De opwarming van de aarde is 18 jaar geleden gestopt. Gedurende tientallen jaren werd beweerd dat het vijf voor twaalf was. Maar dat is een sprookje gebleken. Hoe zal de geschiedenis t.z.t. oordelen over degenen die een voortrekkersrol hebben gespeeld in het aanwakkeren van de klimaathysterie? Ik benijd hen niet wat dat betreft.
Hoe kijkt het buitenland tegen Europa's economische zelfmoord aan. Onder de titel, 'BASF, an Industrial Pillar in Germany, Leans Abroad', schreven Stanley Reed en Melissa Eddy in 'The New York Times':
In the 1860s an entrepreneur named Friedrich Engelhorn started a firm here to produce dyes for Europes booming textile industry. Almost 150 years later, that company, Badische Anilin & Soda Fabrik or BASF is the worlds largest maker of chemicals.
Despite its growth into a global company, BASF has remained an integral part of the industrial base that has helped Germany grow into Europes largest economy. And Ludwigshafen remains the companys hometown. The BASF site, spread over four square miles along the Rhine River, resembles a small city, with 33,000 employees working in 2,000 buildings, crisscrossed by roads and railways.
Lately, though, BASF has been investing more of its money and management energy outside Germany, especially in the United States. And the companys reasons for doing that help illustrate why the German industrial economy has been losing momentum and why Germany risks tipping back into recession.
BASF executives say that German and European Union policies toward industry, particularly when it comes to energy, are forcing big companies to look elsewhere as they seek to expand.
Energy is perhaps BASFs biggest cost. Tremendous amounts of electricity are required to produce chemical raw materials like ethylene, propylene and butadiene for a range of products like plastics, pharmaceuticals and rubber. And oil or natural gas are the basic feedstocks from which these chemicals are produced.
Especially in Germany, energy prices have jumped as a result of the governments big push for renewable energy sources a policy that the government of Chancellor Angela Merkel has labeled the Energiewende, or energy transition.
At the same time, surging production of natural gas from shale rock in the United States is creating cheap and ever more abundant energy, giving American chemical plants and manufacturing sites a new competitive edge over facilities in Europe.
That is a big reason BASF is expanding some of its plants in the United States and looking to build others.
BASF is not alone in looking beyond the countrys borders. Since 2011, the chemical industry over all Germanys third-largest industrial sector after automobiles and machinery has not increased production or investment in the country, according to VCI, an industry association.
And nearly a quarter of all companies in heavy industry are considering reducing production in Germany, according to a survey by the German Chambers of Commerce.
The falloff in German investment in industrial sectors, also including aluminum and glass production, is not the only reason for the worrying slowdown in Europes biggest economy. But it is certainly a factor. ...
In plaats van dat werkgeversorganisaties èn vakbeweging regeringen herinneren aan hun primaire taak, de bevordering van de nationale welvaart, steunen zij een energieakkoord dat grote welvaartsoffers vergt maar waar geen enkel aantoonbaar klimaateffect tegenover staat. Zij staan verder passief aan de kant en zijn nagenoeg onhoorbaar en onzichtbaar bij de ontmanteling van de Europese industrie. Hoe is dat toch mogelijk? Heeft de
'Green blob' ze monddood gemaakt?
Voor mijn eerdere DDSbijdragen zie
hier.