Het politieke debat in Nederland en eigenlijk overal in de westerse wereld raakt steeds verder gepolariseerd, vooral als het over themas gaat als immigratie en integratie. Is er ook een manier om dit debat te voeren zonder dat we elkaar gelijk op de kast jagen?
Onlangs voerde ik op de website De Nieuwe Realist van Joost Niemöller een dialoog met Dr. Gert Jan Mulder over Geert Wilders (hier deel één, hier deel twee). Ik gaf aan dat ik moeite had en heb met de toon die de PVV vaak bezigt als het om minderheden gaat. Ook de oplossingen van de PVV spreken me niet altijd aan, omdat ze vaak onhaalbaar of onwenselijk lijken. Maar, ik moest toegeven dat Wilders bij veel onderwerpen gelijk heeft gekregen met zijn analyses.
Of we het nu hebben over de wrijving van de multiculturele samenleving, de radicalisering van grote delen van de moslimgemeenschap, de gewelddadige aspecten van de Koran, of over economische onderwerpen zoals het verlies aan koopkracht sinds de invoering van de euro en de steeds dictatorialer wordende EU: Wilders heeft die zaken eerder benoemd dan de politiek-correcte elite, enkele uitzonderingen daargelaten. Dit neemt niet weg dat je kanttekeningen kunt plaatsen bij de toon (minder, minder) of de oplossingen (Nederland uit de EU) van Wilders.
Het badinerende toontje richting Wilders, waar ik me zelf ook wel eens schuldig aan heb gemaakt, is inhoudelijk een zwaktebod. Hetzelfde zou je overigens ook kunnen vinden van de badinerende toon die de PVV heeft in de richting van de gevestigde partijen. Het elkaar verketteren dreigt een vast ritueel te worden in de Nederlandse politiek, waardoor het debat aan kwaliteit inboet.
Als er een beter immigratiebeleid was geweest dan zouden we nu dit debat niet hoeven voeren, maar helaas zijn in Nederland vijftig jaar lang mensen toegelaten op grond van bureaucratische criteria, zonder dat de overheid zich afvroeg of bijvoorbeeld het massaal binnenhalen van mensen afkomstig uit patriarchale islamitische achterstandsgebieden, wel past bij de geëmancipeerde Nederlandse samenleving. Een beleid dat tevergeefs door Pim Fortuyn aan de kaak werd gesteld.
Een paar maanden geleden zei Ayaan Hirsi Ali in een interview met het blad Israel Hayom dat het stelselmatig wegkijken door de Europese elite van voor het westen bedreigende ontwikkelingen binnen de islam, een recept is voor een rampzalige toekomst. Volgens Hirsi Ali houden westerse regeringen zichzelf voor de gek met het verhaal dat slechts enkelingen radicaliseren, terwijl het gaat om een brede beweging binnen de islam, met intelligente mensen aan de top die voorzien zijn van voldoende middelen. Zij voorziet dat Europa steeds meer het toneel zal worden van een gewelddadige strijd tussen geradicaliseerde moslims enerzijds en extreem-rechtse, xenophobe groepen anderzijds.
Tekenen daarvan zagen we de afgelopen weken in Duitsland, waar voetbalhooligans en neo-Nazis de strijd aangaan met salafisten en extreem-linkse groepen. De vraag is wat we nog zullen meemaken aan taferelen als ISIS er in slaagt aanslagen te plegen op Europese doelen. Ook het omvangrijke verkrachtingsschandaal in het Engelse Rotherham, dat daar jarenlang onder de pet is gehouden door allerlei multiculti politici, lijkt mij voldoende indicatie dat Hirsi Ali en Wilders bepaald geen spookbeelden najoegen in hun films Submission en Fitna.
Als we niet willen dat de Europese beschaving ten onder gaat in een brandend vagevuur, dan moet het schip gekeerd worden. Ik pleit al langer voor een immigratiepauze van minstens een jaar of tien, dat wil zeggen, dat de immigratie gedurende die periode tot een absoluut minimum moet worden teruggebracht, in weerwil van VN- en EU-regels die dat verhinderen (zoals recht op familiehereniging en het vluchtelingenverdrag). Deze verdragen en regels moeten ter discussie worden gesteld. Binnen de EU vind ik dat de werkvergunning voor mensen uit EU landen met lage lonen weer ingevoerd zou moeten worden (waar o.a. David Cameron voor pleit), maar ook dat is vloeken in de EU-kerk.
Zon immigratiepauze kan gebruikt worden om de grootste problemen op het vlak van integratie aan te pakken. Waarom zouden zowel linkse als rechtse partijen het hier niet over eens kunnen worden? Daarna kunnen we het toelatingsbeleid altijd weer nader evalueren. De integratie kan alleen slagen als we volstrekt duidelijk zijn over de hier geldende wetten, normen en waarden. Volgens mij hoort daar ook bij dat wij ons open stellen voor mensen met een andere culturele achtergrond dan de onze, zoals Nederland dat in de loop der eeuwen altijd heeft gedaan, maar dat mag nooit ten koste gaan van belangrijke principes zoals de vrijheid van meningsuiting, de emancipatie van vrouwen en minderheden, of de veiligheid van joodse Nederlanders. Wie zich daar niet in kan vinden, moet aangemoedigd worden elders een toekomst te zoeken.
Iedere centimeter die we nu nog wijken voor aantasting van de vrijheid van meningsuiting, is er één te veel. Zo zat ik deze week vol verbijstering te kijken naar de rapper Hozny, die in de talkshow van Jeroen Pauw lachend verklaarde dat iemand met veel islamkritiek zoals Geert Wilders wel wat bedreigingen verdient. Ik moest onmiddellijk denken aan de beestachtige moord op cineast Theo van Gogh en de triomfantelijke commentaren toen van veel moslimjongeren, dat vonden dat hij zijn lot verdiend had. Hozny werd bijgestaan door de Nederlandse zanger Johannes Rypma, die het kennelijk ook erg lollig vond. Zoiets geeft aan hoe diep we zijn gezonken. Wanneer gaan we eindelijk weer eens onze grenzen trekken, zowel letterlijk als figuurlijk?
Volg Jan op Twitter: @JanGajentaan.