Gisteren werd in de senaat het wetsvoorstel inzake de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) behandeld en vervolgens ongewijzigd aangenomen.
Vanaf deze plek heb ik
vorige maand al eens aandacht aan die onzinnige wet besteed, en nu hij dan toch is aangenomen, zal ik vandaag mijn gefundeerde kritiek erop herhalen, omdat het onderwerp te belangrijk is om dat na te laten. Waar gaat het over?
Het kabinet wil dat Nederland een 'participatiesamenleving' wordt. Vanaf 2 januari volgend jaar moeten gemeenten allerlei (zorg-)taken overnemen. Het is echter zeer de vraag of deze kabinetsplannen wel voldoende doordacht zijn. Het lijkt er eerder op dat het visieloze wetsvoorstel vooral is ingegeven door de wens van het kabinet om te bezuinigen op de zorg. Maar gezien het gebrekkige voorstel moet gevreesd worden voor het tegendeel: uiteindelijk zullen de kosten hoger uitvallen; niet alleen financieel, maar ook maatschappelijk.
Het kabinet wil (delen van) de zorg decentraliseren en de gemeente daarvoor verantwoordelijk maken. Wetsvoorstellen uit het (recente) verleden over decentralisatie kampten in zeer veel opzichten met dezelfde problemen als de privatiseringen uit het verleden, zeker als het gaat om procesmatige aspecten. Maar het lijkt er helaas op dat deze regering weinig lessen heeft getrokken uit dat verleden, hetgeen direct de vraag oproept waarom dergelijke onderzoeksrapporten nog geschreven moeten worden. Voor de broodnodige gemoedsrust wellicht? Alsof volksvertegenwoordigers en senatoren nog niet genoeg te lezen krijgen. Ik durf de stelling wel te verdedigen dat 'hoe dikker het rapport, hoe nuttelozer'. In elk geval staat omvang niet recht evenredig tot inhoudelijkheid, zoveel is zeker.
In mijn eerdere bijdrage '
De Betuttelsamenleving' heb ik er al op gewezen, dat veel gemeenten nog niet klaar zijn voor deze grootscheepse decentralisatie van taken. Ook heb ik er op gewezen, dat verreweg de meeste burgers geen flauw idee hebben wat er op hen afkomt. De vraag die dan gesteld moet worden is:
moet je er dan wel aan beginnen? Een verstandig bestuur haalt bij twijfel niet in. Les nummer één uit het Handboek Behoorlijk Bestuur. Niet voor niets luidt een Hollandse zegswijze 'Bezint eer ge begint'. Je krijgt bij dit wetsvoorstel het gevoel, dat de omgekeerde weg is gevolgd: eerst werd de gewenste bezuiniging ingevuld en vervolgens werd gekeken hoe die bereikt zou kunnen worden. Op papier althans, want in de praktijk -zo voorspel ik vanaf deze plaats- zal van de plannen niets, maar dan ook niets terechtkomen.
Symptomatisch voor de visieloosheid van de kabinetsplannen is om de mantelzorgers, het unieke menselijk kapitaal waarop de thuiszorg drijft, gratis of gereduceerd parkeren aan te bieden. I kid you not. Wat een droefenis, wat een miskenning van de cruciale rol die zeer veel vrijwilligers spelen in onze samenleving. Als beloning mogen ze opgenomen worden in een bureaucratisch gemeentelijk register, met alle privacy risicos van dien, om te zien of ze hun gebruikelijke taken wel vervullen. Hoe verzin je het!
Dan de AWBZ (de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Het huidige (en dus goedgekeurde) voorstel komt er de facto op neer dat verworven rechten worden omgezet in een voorziening. Hoezo betrouwbare overheid? Als er eigendomsrechten onteigend worden, dan is daar een hele goede reden plus motivering voor nodig, met een redelijke overgangsregeling, zodat mensen zich op de veranderde omstandigheden (financieel) kunnen voorbereiden. En al helemaal als het een kwetsbare groep mensen betreft en daar hebben we het hier over. De simpele wens om als overheid minder geld uit te willen geven is een onvoldoende goede reden.
Dan speelt er nog het punt van willekeur. Het riekt sowieso al naar inconsistentie dat het kabinet aan de éne kant individuen aanspreekt op het nemen van eigen verantwoordelijkheid en stelt besluitvorming dichter bij de burger te willen brengen, maar tegelijkertijd kleine gemeenten dwingt om samen te werken met andere. Democratische controle door een normaal gemeenteraadslid op processen die zich voltrekken achter de ondoorzichtige schermen van regionale samenwerking zijn een totale illusie. Een hieraan verwant en zeker zo zorgelijk punt is, dat gemeenten samenwerking moeten zoeken met zorgverzekeraars. Maar het is de vraag of er voldoende kennis van zaken is bij alle gemeenten om met die verzekeraars goede (financiële) afspraken te maken. Het gevolg laat zich raden...
Daarbij komt, dat gemeenten vrij zijn in de uitvoering van de wet. Die wordt gewoon over de bestuurlijke schutting gegooid, zo van, hier Fikkie, hier heb je een kluif. Nou, ik kan u verzekeren, dat verreweg de meeste gemeenten, zo niet alle, hier een hele vette kluif aan zullen hebben. Gevolg is ook een volstrekte willekeur: elke gemeente kan en mag zijn eigen invulling geven aan de uitvoering. Het is werkelijk te bizar voor woorden.
De conclusie moet dan ook zijn, dat dit wetsvoorstel niet bijdraagt aan een samenleving waarin de lasten op een evenwichtige manier gedeeld worden. Dat dit wetsvoorstel is ingegeven door verkeerde motieven, en bovendien ondoordacht, overhaast en in de praktijk onuitvoerbaar is. Dit wetsvoorstel legt wéér meer macht bij private commerciële zorgverzekeraars. En ik voorspel met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat dit wetsvoorstel zal bijdragen aan nog meer werkloosheid, juist in die sectoren die voor onze samenleving essentieel zijn. Heel slecht dat de senaat hiermee heeft ingestemd en ik voorspel dan ook nog de nodige commotie.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.