Hoe komen we van ISIS af?

Geen categorie27 jun 2014, 11:29
Het korte antwoord is “niet”, maar met een combinatie van de wortel en de stok kunnen we de opmars van de jihadi’s zeker een halt toeroepen.
Laat ik beginnen met een open deur: onderhandelen met de gestoorde massamoordenaars en oorlogsmisdadigers van de Islamitische staat in Irak en Syrië heeft geen enkele zin. Sommige organisaties en individuen zijn zo ver heen, dat slechts geweld hen kan stoppen: de SS, de Rode Khmer, de Tonton Macoutes – je praat niet met ze, maar schakelt ze fysiek uit.
Iemand zal de knoop moeten doorhakken en een bommencampagne tegen ISIS moeten beginnen en die iemand kan niemand anders zijn dan president Barack Obama. Maar niets is zo eenvoudig, zo eenzijdig, als het lijkt en wel helemaal niet in het Midden-Oosten. Als ISIS alleen in Irak zou opereren, twijfelde ik er niet aan dat de Amerikanen allang hadden ingegrepen. Niet zozeer met grondtroepen, maar zeker vanuit de lucht: met drones en precisiewapens waar dat nodig is en met minder selectieve bombardementen waar het kan - denk bij dat laatste aan troepenconcentraties, konvooien en commandoposten in dunbevolkte gebieden.
Er zou nauwelijks een down-side zijn voor een luchtcampagne. ISIS wordt niet gesteund door enige Amerikaanse bondgenoot, zeker niet nu ook het Saoedische koningshuis het gevaar van de jihadistische kalifaatdroom begint in te zien. Weliswaar wordt ISIS gefinancierd met geld van rijke families en NGO's uit de Golfstaten, maar geen regering is blij met de terreurbeweging, een organisatie zo radicaal dat nota bene Al Qaida er afstand van heeft genomen. Niemand zal de Amerikanen op de vingers tikken, anders dan misschien verbaal, wanneer het ISIS een flinke draai om de oren geeft.
Kalifaatje spelen
Maar de mujahideen opereren niet alleen in Irak en daar zit hem het probleem voor Obama en zijn Europese en Arabische bondgenoten. Hoewel de organisatie oorspronkelijk in Irak is begonnen (kijk hier voor een uitgebreid achtergrondartikel van mijn hand in De Groene Amsterdammer van deze week, of klik hier om het via Blendle te lezen), is zij het afgelopen jaar juist groot geworden door de strijd in Syrië. Daarmee bedoel ik niet de strijd tegen president Bashar al-Assad, want daarin hebben de jihadi’s zich vooral afzijdig gehouden. Nee, de ISIS-strijders blonken voornamelijk uit in het implementeren van de meest radicale vorm van islamitische terreur in de door hen “bevrijde” gebieden – kalifaatje spelen dus – en in hun broederstrijd met de anti-Assad coalitie van (wat er nog over is van) het gematigde Vrije Syrische leger, het salafistische Islamitische Front en het aan al Al Qaida gelieerde Nusrafront.
Tussen ISIS en Assad was het tot voor kort koek en ei. De Syrische dictator zette zijn luchtmacht niet in tegen ‘Daesh’ (het Arabische acroniem voor de terreurorganisatie) omdat het in zijn belang was dat de extremisten een zo groot mogelijke bedreiging werden. Dit paste uitstekend in Assads vanaf het begin zorgvuldig gecultiveerde imago van terrorismebestrijder. Op zijn beurt vond ISIS het best dat de rest van het verzet langzaam maar zeker werd opgerold door het regeringsleger (op deze kaart is te zien hoe weinig territorium de opstandelingen nog in handen hebben), omdat het de jihadi’s het enige serieuze alternatief voor de regering in Damascus maakte. Assad en ISIS hadden elkaar dus nodig om van de rest van de opstandelingen af te komen, daarna zouden zij het wel onderling uitvechten. Boze tongen beweren zelfs dat ISIS olie verkocht aan het Syrische leger.
Hier zit hem het probleem voor Obama en zijn westerse bondgenoten. De broodnodige aanval op ISIS zal de positie van president Assad alleen maar versterken. Zowel militair als moreel, hij zal zijn geworden wat hij ons vanaf het begin heeft willen doen geloven: niet een gewelddadige dictator die het vreedzame protest tegen zijn regime bloedig neersloeg, maar de verdediger van prowesterse waarden, de beschermer van minderheden en stabiliteit tegen de terreur van de godsdienstwaanzinnigen. Well played, Mr. Assad!
Luchtaanvallen
Het is begrijpelijk dat Obama niet wil worden gezien als de man die Assad helpt, maar dit is natuurlijk geen reden voor de Amerikaanse president om helemaal niets te doen. De 300 adviseurs en veiligheidspersoneel die hij nu naar Irak heeft gestuurd, zullen geen invloed hebben op het strijdverloop. Obama kan niet op zijn handen zitten en hopen dat de ISIS-storm overwaait. Ten eerste gebeurt dat niet en ten tweede: als uiteindelijk Assad, Hezbollah en Iran degenen zijn die ‘Daesh’ verslaan, zal dat de geloofwaardigheid en het imago van de Amerikanen als supermacht bepaald geen goed doen. De Syrische luchtmacht is nu opeens begonnen als een gek ISIS-doelen te bombarderen, zelfs binnen Irak. Obama’s beslissing een half miljard dollar beschikbaar te stellen aan “gematigde” opstandelingen is bedoeld de Syrische president als terreurbestrijder de wind uit te zeilen te nemen en kan zelfs worden gezien als een prelude, een quid pro quo voor naderende luchtaanvallen op ISIS.
Dus zit Obama vast “between Iraq and a hard place”. Even een paar misverstanden wegnemen: De VS hebben niet, nooit, ISIS gesteund of bewapend. Wie dat beweert, liegt. Wel hebben zij meer gematigde rebellen getraind, betaald en bewapend en sommige van die opstandelingen zijn overgelopen naar de terreurbeweging. Ook heeft deze Amerikaanse wapens in Irak en Syrië buitgemaakt, maar van directe Amerikaanse steun aan ISIS is nooit sprake geweest. Het is ook niet zo dat – anders dan zijn Republikeinse critici beweren – Obama door het terugtrekken van de US Army uit Irak de weg heeft vrijgemaakt voor ISIS: het verdrag dat de volledige terugtrekking van Amerikaanse troepen uit Irak regelde, was al in 2008 opgesteld en getekend door de regering van George W. Bush.
Wat moet Obama nu doen om ISIS te stoppen? Onderhandelen heeft geen zin, de mujahideen zijn niet geïnteresseerd in een diplomatieke oplossing. In dat opzicht zijn zij nog veel gevaarlijker dan de Taliban omdat hun ambities 100% internationaal, mogelijk zelfs globaal zijn. Geweld is de enige oplossing, een vernietigende en desnoods langdurige aanval op ISIS door de Amerikaanse luchtmacht is onafwendbaar. Maar met air power alleen, komen we er niet. Naast die spreekwoordelijke stick, zal een carrot moeten bungelen. Om de steun van soennitische opstandelingen in Irak, die op zich niets met ISIS te maken hebben en slechts een tijdelijk verstandshuwelijk met de jihadi’s zijn aangegaan, te ondermijnen, moet de sjiitische premier van Irak, Nouri al-Maliki, het veld ruimen. Irak heeft als staat slechts een toekomst wanneer de sjiieten bereid zijn de macht te delen met de soennitische minderheid.
Al Qaida
Dit is van cruciaal belang, laten we niet vergeten dat het diezelfde soennieten waren die in 2007 Al Qaida het land uit hebben gegooid. Net als het overleven van de staat Irak dat is. Mocht deze uiteenvallen in een onafhankelijk Soennistan, Sjiastan en Koerdistan, is de kans groot dat minstens één van deze staten (waarschijnlijk het Soennitische deel) blijvend onder de invloed van de jihadi’s valt, een soort ISIS zonder S dus. Dat dit een vrijhaven zou worden voor jihadi’s en terroristen is gemakkelijk te voorspellen. Juist in een oplossing waarin soennieten, sjiieten en Koerden gedwongen zijn, ligt de kans het sektarische extremisme het hoofd te bieden. Zoals dat nu al ruim een decennium lang relatief goed gaat in Libanon.
Voor het zover is, zal ISIS militair moeten worden verslagen. Bombardeer de terroristen terug naar het stenen tijdperk (dat is maar een paar eeuwen terug voor deze barbaren) en als dat meer jihadistische rekruten oplevert, bombarderen we die ook. Als dit tijdelijk of zelfs permanent de positie van president Assad in Syrië versterkt, so be it. Assad is het gevaar niet, niet voor het Midden-Oosten en zeker niet voor ons in het Westen. ISIS is dat wel – voor beiden – en moet dus uit Syrië en Irak verdwijnen als militaire factor van belang. Het lichaam kan pas genezen als de tumor is verwijderd.
Volg Bart Schut op Twitter en Facebook.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten